11.5 Reinigen van het pomphuis
Voor positienummers, zie pagina
Ga als volgt te werk:
Ontmantelen
1. Maak de spanring (pos. 92), die het pomphuis
met de motor verbindt, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
Omdat de waaier is vastgemaakt aan het
aseinde, wordt de waaier samen met het motor-
gedeelte verwijderd.
3. Reinig het pomphuis en de waaier.
Montage
1. Plaats het motorgedeelte met waaier in het
pomphuis.
2. Bevestig de spanring en maak deze vast.
Zie ook paragraaf
11.7 Controleren/vervangen van
de
asafdichting.
11.6 Reinigen van de sensoren
Afb. 15 Plaats van niveau- en droogloopsenso-
ren
Ga als volgt te werk:
Zie afb. 15.
1. Niveausensor (pos. 7):
Spoel de sensor met schoon water.
Droogloopsensoren (pos. 10):
Spoel de droogloopsensoren met schoon water
en reinig met een zachte borstel.
2. Schakel de voedingsspanning naar de pomp in.
3. Controleer of de pomp inschakelt en tot aan het
droogloopniveau verpompt.
Gebruik geen andere reinigingsmiddelen
Voorzichtig
dan hierboven vermeld, om schade aan de
sensoren te vermijden.
Als de droogloopsensoren niet in de vloei-
N.B.
stof zijn ondergedompeld, dan kan de
pomp niet inschakelen.
11.7 Controleren/vervangen van de
550
of 551.
Controleer de olie om er zeker van te zijn dat de
asafdichting intact is.
Als de olie meer dan 20 % water bevat, is de asaf-
dichting defect en moet deze worden vervangen. Als
de asafdichting niet wordt vervangen, zal de motor
beschadigd raken.
Als de olie helder is, dan kan deze worden herge-
bruikt. Zie ook paragraaf
Voor positienummers, zie pagina
Ga als volgt te werk:
1. Maak de spanring (pos. 92), die het pomphuis
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
3. Verwijder de inbusbout (pos. 188a) van het asuit-
4. Verwijder de waaier (pos. 49) van de as.
5. Laat de olie uit de oliekamer lopen. Zie paragraaf
De asafdichting is een complete unit voor alle pom-
pen.
6. Verwijder de bouten (pos. 188a) die de asafdich-
7. Til de asafdichting (pos. 105) uit de oliekamer
8. Controleer de toestand van de bus (pos. 103)
asafdichting
11. Onderhoud en
met de motor verbindt, los en verwijder deze.
Omdat de waaier is vastgemaakt aan het
aseinde, wordt de waaier samen met het motor-
gedeelte verwijderd.
einde.
11.8 Olie
verversen.
Gebruikte olie dient in overeenstemming
N.B.
met de lokale voorschriften te worden
afgevoerd.
Waarschuwing
Houd er bij het losdraaien van de schroe-
ven van de oliekamer rekening mee dat er
druk opgebouwd kan zijn in de oliekamer.
Verwijder de bouten niet voordat de druk
volledig ontsnapt is.
ting (pos. 105) borgen.
met behulp van het hefboomprincipe met de twee
demontagegaten in de behuizing van de asaf-
dichting (pos. 58) en twee schroevendraaiers.
waar de secundaire afdichting van de asafdich-
ting de bus raakt. De bus moet intact zijn. Als de
bus versleten is en vervangen moet worden,
moet de pomp worden gecontroleerd door
Grundfos of een erkend servicebedrijf.
service.
550
of 551.
335