NL
wordt belast. Als het apparaat wordt geïnstalleerd
vlak naast een warmtebron of diepvriezer, moet
u de volgende minimale vrije ruimte aan de zijkant
behouden:
30 millimeter vanaf een fornuis
300 millimeter vanaf een radiateur
25 millimeter vanaf een diepvriezer
3. Controleer of er voldoende ruimte is rond
het apparaat opdat de lucht vrij kan circuleren.
• Aan de hand van de afdekplaat van het
ventilatierooster aan de achterkant van de
koelkast kunt u de afstand tussen de koelkast
en de muur bepalen.
4. Het apparaat moet op een glad oppervlak
worden geplaatst.
De twee voetjes aan de voorkant kunnen worden
afgesteld. Om er zeker van te zijn dat het apparaat
waterpas staat, draait u de twee voetjes aan de
voorkant rechtsom of linksom totdat het apparaat
stabiel op de vloer staat. Een juiste afstelling van
de voetjes voorkomt overmatige trilling en geluid
5. Raadpleeg de paragraaf "Schoonmaken en
onderhoud" om het apparaat voor te bereiden
op het gebruik.
Het apparaat leren kennen
(Afb. 1)
1.
Plastic bovenafdekplaat
2.
Bedieningspaneel
3.
Aan/Uit-schakelaar
4.
Binnenverlichting
5.
Verplaatsbare roosters
6.
Wijnrek
7.
Afvoerkanaal voor de opvang van
dooiwater - afvoerleiding
8.
Plastic achterafdekplaat
9.
Afdekplaat groentela
10.
Vochtregelaar
11.
Het koelvak van 0°C
12.
IJsbank
13.
Diepvriesvak
14.
Luchtrooster
15.
Zuivelgedeelte
16.
Verstelbare deurvakken
17.
Eierbakje
18.
Draadframe
19.
Flessenhouder
20.
Flessenrek
21.
Koelkast
22.
Diepvriesvak
Gebruiksaanwijzing
Aanbevolen rangschikking
van levensmiddelen in het
apparaat
Richtlijnen voor optimale opslag en hygiëne:
1. De koelkast dient om verse eet- en drinkwaren
kort te bewaren.
2. De kwaliteitsklasse van het diepvriesvak is
. Het diepvriesvak is geschikt voor het
invriezen en bewaren van diepvriesproducten.
De bewaaradviezen voor
vermeld op de verpakking van de levensmiddelen
moeten altijd worden opgevolgd.
3. Zuivelproducten bewaren in het speciale
gedeelte aan de binnenkant van de deur.
4. Gekookte gerechten bewaren in luchtdichte
dozen
5. Verse, verpakte producten kunnen op de
roosters worden bewaard. Vers(e) groente en
fruit schoonmaken en in de groentela bewaren
6. Flessen kunnen in het deurgedeelte worden
gezet
7. Rauw vlees moet worden verpakt in plastic
zakjes en onderin (op de afdekplaat van de
groentela) worden bewaard. Rauw vlees mag
niet in contact komen met gekookte
levensmiddelen om besmetting te voorkomen.
Uit veiligheidsoverwegingen mag rauw vlees
slechts twee tot drie dagen worden bewaard
8. Geen plantaardige olie in de deurvakken
bewaren. Levensmiddelen verpakt, omwikkeld
of bedekt bewaren. Warme eet- en drinkwaren
laten afkoelen voordat u ze in de koelkast zet.
Overgebleven ingeblikt levensmiddelen niet in
het blik bewaren
9. Mousserende drinkwaren mogen niet worden
ingevroren en producten zoals waterijs met
smaakstoffen mogen niet te koud worden
geconsumeerd.
10. Sommige fruit- en groentesoorten bederven
als ze bij temperaturen rond de 0°C worden
bewaard. Daarom moet u ananassen, meloenen,
komkommers, tomaten en vergelijkbare producten
in plastic zakken verpakken.
11. Sterk alcoholische dranken moeten rechtop
worden bewaard in een goed afgesloten
verpakking. Nooit producten bewaren die een
brandbaar drijfgas (bijvoorbeeld slagroombussen,
spuitbussen, enzovoort) of een ontplofbare stof
bevatten. Deze producten kunnen een explosie
veroorzaken.
3
die staan