R
5 GEBRUIK VAN DE GELEIDINGSMETER (vervolg)
LEIDRAAD VOOR DE GELEIDINGSMETER &
INDICATOREN IN HET WEERGAVESCHERM
9
Meeticoon (MEAS)
10 Kalibratie-icoon (CAL)
11 Icoon batterij-alarm
12 Icoon temperatuuralarm
13 Stabiliteitsicoon
14 Weergave eenheid van
meetwaarde
15 Weergave meetwaarde
5.4 EEN EENHEID KIEZEN
1
Houd de knop MEAS vanuit de
meetmodus 3 seconden ingedrukt om te
komen in de modus speciale
instellingen. Alle items verschijnen in het
lcd-scherm en vervolgens wijzigt het in
de weergave die hier wordt getoond.
2
Houd de knop MEAS 0,5 seconden
ingedrukt. De huidige instelling wordt
getoond.
3
Houd de knop CAL 0,5 seconden ingedrukt om de instelling te
wijzigen. Door de knop CAL ingedrukt te houden, wordt de
instelling doorgaand gewijzigd (zie diagram op pagina nl-10).
4
Druk op de knop MEAS om de instelling toe te passen. Het
instrument keert terug naar de meetmodus.
nl-9
All manuals and user guides at all-guides.com
Knippert totdat de gemeten waarde
gestabiliseerd is en blijft constant branden als
de gemeten waarde stabiel is (bij actieve
vergrendelingsfunctie van de meetwaarde).
Knippert tijdens het kalibreren en blijft
branden als de kalibratie is beëindigd.
Licht op als de batterijspanning te laag is en
de batterijen vervangen moeten worden.
Knippert als de temperatuur van de
meetomgeving niet voldoet aan de
gespeciceerde bedrijfstemperatuur van 5 °C
tot 40 °C (41 °F tot 105 °F).
Licht op als de gemeten waarde stabiel is.
Hier licht het symbool op van de eenheid die
hoort bij de gemeten waarde in het
weergavevenster (15). De standaardinstelling
is 'S/cm'.
Toont de gemeten of ingestelde waarde en de
status.
www.elcometer.com