6.2 Werking
De motor wordt door het optillen van de borstels geactiveerd, de inductieve sensor wordt over de schakelaar getild en het led-licht aan de
achterkant van de sensor dooft. Als de borstelhouder wordt opgetild en de sensor het contact met de schakelaar verliest, beginnen de borstels
gedurende de ingestelde cyclustijd te draaien (fabrieksinstelling 60 seconden). Als de borstel na beëindiging van de werkcyclus in de rustpositie
staat, wordt de motor uitgeschakeld. Bij de volgende activering of als de borstel na afloop van de cyclustijd nog steeds wordt opgetild,verandert
de motor de draairichting in tegenstelling tot de vorige cyclus en werkt nog een cyclus af. Door de richtingwissel slijten de borstels gelijkmatig af
en wordt de slijtage verminderd.
6.3 Display en elektronica
Het display wordt gebruikt voor het aangegeven van de bedrijfstoestand (storingen).
De elektronica regelt de activering, de veiligheidsuitschakeling en de cyclusduur.
Afbeelding 8: Aansluitschema van printplaat met con-
densator - Duo
Netaansluiting
L (bruin)
N (blauw)
PE-GR (geel/groen)
Motoraansluiting
PE-GR (geel/groen)
Nr. 1 (zwart)
Nr. 2 (zwart)
Nr. 3 (zwart)
Nr. 4 (zwart)
5
4
3
80
1 – Dip-switch-element
2 – Display
3 – Zekering 6,3A - L
4 – Zekering 6,3A - N
5 – Condensator
1
Brug
Sensoraansluiting
Blauw
Zwart
Bruin
2