5 ALGEMENE INLEIDING
Deze apparaten worden gebruikt voor zowel verwarming als koeling en kunnen worden gebruikt met ventilatorconvectoren,
vloerverwarmingstoepassingen, hoogrendementsradiatoren voor lage temperaturen, warmwatertanks (niet meegeleverd)
en zonne-energiesets (niet meegeleverd).
Een bedrade controller wordt met het apparaat meegeleverd.
Als u kiest voor de ingebouwde back-upverwarming, kan de back-upverwarming de verwarmingscapaciteit bij koude
buitentemperaturen verhogen. De back-upverwarming dient ook als back-up in geval van een storing en voor de
bescherming van de buitenwaterleiding tegen bevriezing in de winter.
Capaciteit/belasting
③
②
Tbivalent
Buitentemperatuur
① Capaciteit van de warmtepomp.
② Benodigde verwarmingscapaciteit (locatie-afhankelijk).
③ Extra verwarmingscapaciteit geleverd door de
back-upverwarming.
Warmwatertank (niet meegeleverd)
Een warmwatertank (met of zonder
boosterverwarming) kan op het apparaat worden
aangesloten.
De tankvereiste is verschillend per apparaat en
(materiaal van de) warmtewisselaar.
Tank
Temperatuurs
onde (T5)
Spoel
De boosterverwarming moet onder de
temperatuursonde worden geïnstalleerd (T5).
De warmtewisselaar (spoel) moet onder de
temperatuursonde worden geïnstalleerd.
De leiding tussen de buitenunit en tank moet korter zijn
dan 5 meter.
①
Uitlaat
Tankboosterverwarming
(TBH)
Inlaat
232
Binnenunit
Tankvolume/l
Aanbevolen
Warmtewisselingsgebied/m
2
Minimum
(roestvrij stalen spoel)
Warmtewisselingsgebied/m
2
Minimum
(geëmailleerde spoel)
Kamerthermostaat (niet meegeleverd)
De kamerthermostaat kan worden aangesloten op het apparaat
(kamerthermostaat moet bij het kiezen van een installatieplaats
uit de buurt worden gehouden van de verwarmingsbron).
Zonne-energieset voor warmwatertank (niet meegeleverd).
Een optionele zonne-energieset kan worden aangesloten op het
apparaat.
Werkingsgebied
Bedrijfsbereik van binnenunit
Uitlaatwatertemperatuur (warmtemodus)
Uitlaatwatertemperatuur (koelmodus)
Warmwatertemperatuur
Omgevingstemperatuur
Waterdruk
60
Waterstroom
100
160
Het apparaat heeft een vorstbeveiligingsfunctie die
gebruik maakt van de warmtepomp of de
noodverwarming(aangepast model) om het
watersysteem onder alle omstandigheden te
beschermen tegen bevriezing. Aangezien een
stroomstoring kan gebeuren wanneer het apparaat
onbeheerd wordt achtergelaten, wordt u aangeraden
om de antivriesstroomschakelaar in het watersysteem
te gebruiken. (zie "8.5"Aanleg van waterleidingen").
8 - 10 kW 12 - 14 - 16
4 - 6 kW
kW
100~250
150~300
200~500
1,4
1,4
1,6
2,0
2,0
2,5
+12 ~ +65℃
+5 ~ +25℃
+12 ~ +60℃
+5 ~ +35℃
0,1~0,3 MPa(g)
0,40~1,25m
/h
3
0,40~2,10m
/h
3
0,60~3,00m
/h
3