tekening 10
tekening 12
BEGINNER-modus :
1. Gebruik UP of DOWN om het trainingsprogramma te selecteren, kies de beginnersmodus en druk op
MODE / ENTER om te openen.
2. Gebruik UP of DOWN (knoppen) om het Beginner 1-4 programma te selecteren (Tekening 13) en druk op
MODE / ENTER om te openen.
3. Gebruik UP of DOWN om de TIJD in te stellen.
4. Druk op de START / STOP-knop om de training te starten. Gebruik UP of DOWN om het weerstandsniveau
aan te passen.
5. Druk op de START / STOP-knop om de training te pauzeren. Gebruik RESET om terug te keren naar het
hoofdmenu.
tekening 13
GEAVANCEERDE modus :
1. Gebruik UP of DOWN om het trainingsprogramma te selecteren, kies de geavanceerde modus en druk
op MODE / ENTER om te openen.
2. Gebruik UP of DOWN (knoppen) om het geavanceerde programma 1 ~ 4 (tekening 14) te selecteren en
druk op MODE / ENTER om te openen.
3. Gebruik UP of DOWN om de TIJD in te stellen.
4. Druk op de START / STOP-knop om de training te starten. Gebruik UP of DOWN om het weerstandsniveau
aan te passen.
5. Druk op de START / STOP-knop om de training te pauzeren. Gebruik RESET om terug te keren naar het
hoofdmenu.
tekening 14
SPORT-modus :
1. Gebruik UP of DOWN om het trainingsprogramma te selecteren, kies Sportieve modus en druk op MODE /
tekening 11