8.3
ANTISCALP WIELTJES
Door de verschillende montageposities van
de wielen wordt er een veiligheidsafstand "H"
gehouden tussen de rand van de snijgroep
en de grond (afb. 25.A; afb. 26.A).
Regel de positie van de antiscalp wielen naar
gelang de oneffenheid van de grond.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze werkzaamheid moet steeds op
beide wieltjes uitgevoerd worden, die
op dezelfde hoogte geplaatst moeten
worden, bij uitgeschakelde machine.
a. Voor modellen met zijdelingse aflaat
Om de positie te veranderen:
1. draai de schroef los (afb. 25.B);
2. herplaats het wieltje (afb. 25.A) met de
afstandhouder (afb. 25.C) in de opening
ter hoogte van de gewenste afstand;
3. draai de schroef (afb. 25.B) stevig
in de moer (afb. 25.D).
b. Voor modellen met opvang achteraan
Om de positie te veranderen:
1. draai de moer los (afb. 26.B) en
verwijder de pin (afb. 26.C);
2. herplaats het wieltje (afb. 26.A)
op de gewenste positie;
3. hermonteer de pin (afb. 26.C), en let erop
dat de kop van de pin (afb. 26.C) naar de
binnenkant van de machine gericht is;
4. draai de moer (afb. 26.B) stevig vast.
8.4
REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik
volgens de volgende aanwijzingen.
8.4.1
Reiniging van de machine
• Reinig de buitenkant van de machine door de
plastic delen van de carrosserie schoon te maken
met een spons met water en reinigingsmiddel,
en let er goed op dat de elektrische motoren,
de accu en de onderdelen van de elektrische
installatie niet beschadigd worden.
• Houd de motor en de zitting van de accu vrij
van resten gras, bladeren of teveel vet, om het
risico op brand tot een minimum te herleiden.
• Zet de kap omhoog en reinig met
perslucht alle vuil of grasresten die
zich ophopen op het accupak.
• Houd het toetsenbord vrij van vuil en afval.
LET OP
Gebruik in geen geval water met hoge druk
of bijtende middelen voor het reinigen van
de carrosserie en de elektrische motoren.
8.4.2
Reiniging van het uitwerpkanaal (enkel
voor modellen met opvang achteraan)
Als de uitwerpkanaal verstopt is,
als volgt te werk gaan:
1. de opvangzak of de achterste
aflaatbeveiliging verwijderen;
2. het opgehoopte gras bij de uitmonding
van het uitwerpkanaal verwijderen .
8.4.3
Reiniging van de zak (enkel voor
modellen met opvang achteraan)
1. Ledig de opvangzak.
2. Schud de zak om hem schoon te
maken van grasresten en aarde.
3. De zak opnieuw monteren en de binnenkant van
de snijgroep reinigen (par. 8.4.4-a); vervolgens
moet men de zak verwijderen, ledigen, spoelen
en zodanig ophangen dat hij snel kan drogen.
8.4.4
Reiniging van de snijgroep
Maak de snijgroep zorgvuldig schoon om
alle grasresten en afval te verwijderen.
WAARSCHUWING
Verwijder tijdens het schoonmaken van de snijgroep
mensen en dieren uit het omliggende gebied .
a. Reiniging van de binnenkant
Het reinigen van de binnenkant van de snijgroep
en het uitwerpkanaal dient, onder de volgende
condities, op een harde ondergrond te gebeuren:
• wanneer de opvangzak of de achterste
aflaatbescherming gemonteerd zijn (enkel
voor modellen met opvang achteraan);
• zijdelingse aflaatdeflector gemonteerd (enkel
voor modellen met zijdelingse aflaat);
• de gebruiker zit op de machine;
• zet de snijgroep in stand «1»;
• de transmissie in de vrije stand;
• de snij-inrichtingen zijn ingeschakeld.
• Sluit een waterslang eerst op de ene speciale
fitting (afb. 27.A; afb. 28.A) aan en daarna op de
andere en laat voor enkele minuten in elke fitting
water lopen terwijl de snij-inrichtingen draaien.
NL - 23