•
Twin SRD-harnasinterface met vaste D-ring: Oudere volledige lichaamsharnassen van ExoFit met een vaste
D-ring hebben een speciaal Twin SRD-harnasinterface nodig om twee SRD's op de rugzijde van het harnas te kunnen
monteren net onder de D-ring op de rug. Om twee SRD's aan een volledig lichaamsharnas van ExoFit te bevestigen
met de Twin SRD-harnasinterface met vaste D-ring (Afbeelding 11):
1.
Maak ruimte bij de singelband van het harnas: Trek de bandriemen (A) uit waar ze door de onderkant van
de D-ring op de rug gaan (B) totdat er voldoende ruimte is om de Twin SRD-interface tussen de bandriemen en
de rugpadding te plaatsen.
2.
De interface (het koppelstuk) van het harnas openen: Druk, met de Twin SRD-interface zoals geïllustreerd,
de vergrendelingsmanchet (C) naar rechts. Draai vervolgens met de klok mee om de gate (D) te ontgrendelen.
Beweeg de gate (D) naar beneden om hem te openen.
3.
Lus de eerste SRD aan de harnasinterface: Steek de neus van de verbinding (E) door het draaibare oog (F)
op de SRD. Roteer dan de SRD naar het gate-uiteinde van de verbinding (G). De gate kan worden gesloten om
ruimte te maken voor het draaibare oog tussen de gate en het middenstuk van de verbinding.
4.
Positioneer de harnasinterface rond de bandriemen: Steek de neus van de verbinding (E) achter de
bandriemen (A). Roteer de verbinding achter de bandriemen totdat de verbinding om de bandriemen ligt.
5.
Plaats de tweede SRD op de harnasinterface: Schuif het draaibare oog van de SRD (F) over de neus van de
verbinding (E) en positioneer het draaibare oog van de SRD in het neusuiteinde van de verbinding.
6.
Sluit de harnasinterface: Laat de gate (D) sluiten en laat de vergrendelingsmanchet (C) terugdraaien naar de
vergrendelde positie. Trek, als de harnasinterface is gesloten, de bandriemen (A) terug door de D-ring op de rug
om geen speling in de singelband te hebben. Maak de verbinding tussen de bandriemen en de rugpadding vast.
4.0 GEBRUIK
;
Personen die de zelfintrekkende valstopapparaten (SRD's) voor het eerst of onregelmatig gebruiken, moeten
eerst de "Veiligheidsinformatie" aan het begin van deze handleiding doornemen voordat ze het zelfintrekkende
valstopapparaat gebruiken.
4.1
VÓÓR ELK GEBRUIK: Controleer of uw werkgebied en persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) voldoen aan
alle criteria die zijn gedefinieerd in sectie 2. Controleer of er een formeel reddingsplan aanwezig is. Inspecteer de SRD
volgens de 'Gebruikers'-inspectiepunten zoals gedefinieerd in het 'Logboek voor inspectie en onderhoud' (Tabel 3).
Indien uit inspectie een onveilige of gebrekkige staat blijkt, dient u het systeem onmiddellijk buiten gebruik te stellen.
Zie paragraaf 5 voor meer informatie.
4.2
NA EEN VAL: Als de SRD een val heeft gestopt of krachten heeft opgevangen, moet het onmiddellijk buiten gebruik
worden gesteld. Markeer de SRD duidelijk met "NIET GEBRUIKEN" en vernietig vervolgens de SRD of neem contact op
met 3M voor vervanging. Zie paragraaf 5 voor meer informatie.
4.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Bij gebruik van zelfintrekkende valstopapparaten moet een volledig harnas worden
gedragen. Voor algemene valbeveiliging maakt u verbinding met de D-ring op de rug.
4.4
WERKING: Inspecteer de SRD vóór gebruik, zoals beschreven in Tabel 3. Afbeelding 12 toont de systeemverbindingen
voor standaardtoepassingen van de SRD. Verbind de SRD met een geschikte verankering of monteer de SRD op de
rugzijde van een volledig harnas volgens de instructies in Deel 3. Op SRD's die met een verankering verbonden zijn:
verbind de haak (D) of karabiner op de belastingsindicator met de D-ring op de rug (A) op het volledige harnas. Verbind
op aan een harnas gemonteerde SRD's de haak (D) of karabiner met een geschikte verankering. Zorg ervoor dat de
verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Zorg ervoor dat de haken volledig gesloten en vergrendeld
zijn. Eenmaal vastgekoppeld kan de persoon bij normale snelheden vrij bewegen binnen de aanbevolen werkruimte.
Als er een val plaatsvindt, zal de SRD blokkeren en de val stoppen. Gebruik de SRD na een redding niet nogmaals.
Laat bij gebruik van een SRD de reddingslijn altijd gecontroleerd terugrollen in het apparaat.
4.5
DUBBELE SRD-INTERFACE 100% ZEKERING: Wanneer twee SRD's naast elkaar zijn gemonteerd op de rugzijde
van een volledig harnas, kan het SRD-valstopsysteem worden gebruikt voor continue valbeveiliging (100% zekering)
bij stijgen, dalen of zijwaartse beweging (zie Afbeelding 13). Met de lijnkant van één SRD bevestigd aan een
verankeringspunt, kan de medewerker naar een nieuwe plaats bewegen, de ongebruikte lijn van de andere SRD aan
een ander verankeringspunt bevestigen, en zich dan losmaken van het oorspronkelijke verankeringspunt. Deze reeks
handelingen wordt herhaald tot de gebruiker de gewenste bestemming heeft bereikt. Overwegingen bij gebruik van
dubbele SRD-toepassingen met 100% zekering omvatten het volgende:
•
Verbind nooit beide SRD-lijnen aan hetzelfde ankerpunt (zie Afbeelding 14A).
•
Het aansluiten van meer dan één verbinding aan één enkel verankeringspunt (ring of oog) kan de werking van de
verbinding in gevaar brengen door interactie tussen de verbindingen, en wordt daarom afgeraden.
•
Het verbinden van elke SRD-lijn aan een apart ankerpunt is wel acceptabel (Afbeelding 14B).
•
Elke plaats waar een verbinding wordt gemaakt, moet onafhankelijk 12 kN (1223 kgf) kunnen dragen, of het moet
gaan om een technisch systeem, bijvoorbeeld een horizontale reddingslijn.
•
Verbind nooit meer dan één persoon tegelijk aan een Twin SRD-systeem (Afbeelding 14C).
•
Zorg ervoor dat de lijnen niet in elkaar gedraaid of verward raken, omdat ze daardoor mogelijk niet meer kunnen
terugrollen.
•
Laat lijnen tijdens het gebruik niet onder armen of tussen benen door lopen.
105