Onderhoudsbeurten
LET OP
Inspectie- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een bevoegde agent uitgevoerd worden.
Probeer in geen geval zelf het apparaat te openen of er service- of reparatiewerkzaamheden aan te
verrichten.
Dit product dient vijf jaar na de fabricagedatum geïnspecteerd te worden door een erkend ResMed-
servicecentrum, met uitzondering van de interne accu. ResMed adviseert om deze na twee jaar te laten
testen om de resterende levensduur van de accu te schatten. In de genoemde periode is het apparaat
bedoeld om veilig en betrouwbaar te werken, mits het wordt bediend en onderhouden overeenkomstig de
door ResMed gegeven instructies. Ten tijde van de oorspronkelijke levering heeft ResMed toepasselijke
garantiegegevens verstrekt bij het apparaat. Natuurlijk, net als bij alle elektrische apparaten, moet u, als
zich een onregelmatigheid voordoet, voorzichtig zijn en het apparaat laten inspecteren door een erkend
ResMed-servicecentrum.
Opsporen en oplossen van problemen
Probeer de volgende suggesties als er sprake is van een probleem. Neem contact op met ResMed als een
probleem niet kan worden opgelost.
Oplossen van problemen met alarmen
De meest voorkomende reden voor een alarmsignaal is dat het systeem niet op de juiste manier in elkaar
is gezet. Controleer of de luchtslang goed op het apparaat en de patiëntinterface (en de bevochtiger, indien
gebruikt) aangesloten is.
Opmerkingen:
•
Als het apparaat uitgeschakeld is en in geval van een stroomstoring blijven het alarmlog en de
alarminstellingen bewaard.
•
Als er meerdere alarmen gelijktijdig actief zijn, wordt het alarm met de hoogste prioriteit eerst
weergegeven.
•
Als een alarm herhaaldelijk wordt geactiveerd, stopt u het gebruik van het apparaat en brengt u het weg
voor onderhoud.
Probleem/mogelijke oorzaak
LCD: Interne accu leeg!
Het resterende vermogen van de
interne accu is minder dan 15%.
Het apparaat kan maximaal 2
minuten door de interne accu van
stroom worden voorzien.
LCD: Systeemstoring!
Onderdeelstoring.
Het apparaat bouwt geen
luchtdruk meer op
(systeemstoring 6, 7, 9, 22, 38).
De therapie kan niet worden
gestart (systeemstoring 21).
Het apparaat kan geen therapie
starten/leveren omdat de interne
temperatuur van het apparaat te
laag is (systeemstoring 21).
26
Handeling
Sluit het apparaat op netstroom aan.
Opmerking: In geval van volledige stroomuitval worden de therapie-
instellingen opgeslagen en wordt de therapie hervat zodra het apparaat
weer van stroom wordt voorzien.
1. Zet het apparaat uit.
2. Zet het apparaat weer aan.
1. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur hoger is dan 5°C.
Als het apparaat bij een temperatuur van minder dan 5°C is
opgeslagen, wacht dan lang genoeg totdat het op temperatuur is.
2. Zet het apparaat uit.
3. Zet het apparaat weer aan.
Als het probleem blijft bestaan, retourneer het dan voor onderhoud.