Fitting instructions
De radiotelefoon mag alleen door deskundig personeel in uw auto worden geïnstalleerd en onderhouden. Onjuiste installatie of onjuist
onderhoud kan gevaarlijk zijn en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
Wanneer de auto onvoldoende wordt beschermd tegen hoogfrequente signalen, kunnen storingen optreden bij elektronische
brandstofinspuitsystemen, elektronische ABS-systemen, elektronische snelheidsregelaars of andere elektronische systemen.
Veiligheidsaanwijzingen
Lees voor het inbouwen van de radio de aanwijzingen voor
de inbouw en de aansluiting.
Tijdens de montage en de aansluiting moet de minpool van
de accu worden ontkoppeld.
Hierbij moeten de veiligheidsvoorschriften van de autofa-
brikant (airbag, alarminstallaties, boordcomputer, wegrij-
beveiliging) in acht worden genomen.
Let er bij het boren van gaten op dat geen onderdelen van de
auto (accu, kabels, zekeringskasten) beschadigd worden.
De doorsnee van de pluskabel mag niet minder bedragen
2
dan 1,5 mm
. Het apparaat is gezekerd met een zekering van
10A, snel.
Het zijgedeelte van de autoradio wordt tijdens het gebruik
zeer heet.
Er moet op worden gelet dat er geen kabels tegen de kast
liggen.
Bij enkele autotypes ligt een 20-polige stekker in de inbou-
wopening. Deze stekker mag niet op de autoradio worden
aangesloten.
Bij alle auto's mag de achtpolige ISO-plus/min-stek-
ker niet direct op uw Helsinki worden aangesloten.
Gebruik altijd een adapterkabel. Bij onjuiste aanslu-
iting vervalt de garantie!
• Voorbereiding voor de aansluiting
De volgende paragraaf geeft u een kort over-
zicht van de inbouw.
Welke autoradiocomponenten bevinden zich in uw auto?
Autoradio, luidsprekers met versterker (actief) of zonder verster-
ker (passief), antenne met of zonder versterker, motorantenne,
ruitantenne.
Met welke stekkeradapters is een aanwezige radio aan-
gesloten?
Zijn het ISO-aansluitingen (passen mechanisch op uw Helsinki)
of zijn ze specifiek voor uw auto?
Hoe groot is de doorsnede van eventueel aanwezige kabels?
Auto's zonder autoradio's
Zijn er al luidsprekers en kabels aangelegd in de auto? Zijn het
ISO-aansluitingen of zijn ze specifiek voor uw auto?
Hoe groot is de doorsnede van eventueel aanwezige kabels?
Hoe zie een ISO-stekker er uit?
Kijk naar de meegeleverde aansluitkabels. Deze zijn beide
uitgerust met ISO-stekkers. De beide rode strengen en de bruine
streng van de plus/min-aansluitkabel hebben een doorsnede
van 1,5 mm2. De oranje en de geel/groene streng hebben een
2
doorsnede van 1 mm
.
ISO-stekkers moeten mogelijkerwijze, afhankelijk van
de autofabrikant, op verschillende manieren worden
aangesloten!
NL
Helsinki RTM 127
Voor de duur van de montage en de aansluiting moet
de minpool van de accu worden losgekoppeld.
Hierbij moeten de aanwijzingen voor de veiligheid
van de autofabrikant (airbag, alarminstallaties, boord-
computer, wegrijblokkering) worden opgevolgd.
• Aansluiting van de voeding
Aansluiting op de ISO-stekker aan de kant van de
auto
Bij alle auto's mag de achtpolige ISO-plus/min-stek-
ker niet direct op uw Helsinki worden aangesloten.
Gebruik altijd een adapterkabel. Bij onjuiste aanslu-
iting vervalt de garantie!
Om onjuiste elektrische aansluiting te voorkomen, moet de
universele ISO-adapterkabel (best.nr. 7 607 621 126) worden
gebruikt voor de aansluiting van de continue pluspool, minpool,
pluspool via het contactslot, verlichting en plus 12V-schakeluit-
gang voor externe componenten zoals de motorantenne.
Momenteel kunnen de volgende auto's met ISO-aansluiting
worden aangesloten via de universele ISO-adapterkabel :
Alfa Romeo, Citroën, Fiat, Honda, Lancia, Mercedes, Peu-
geot, Porsche, Renault, Skoda.
Attentie! Voor andere auto's met ISO-aansluitingen moet de
specifieke adapterkabel voor de desbetreffende auto worden
gebruikt. U dient te controleren dat de radioaansluiting in de auto
door de fabriek al is gezekerd met een zekering van 10A.
Elektrische aansluiting op autospecifieke stekkers
Wanneer de aansluiting voor de autoradio door de fabriek reeds
is gezekerd met een zekering van 10 A (zie de gebruiksaanwij-
zing of de zekeringkast van uw auto), hebt u alleen nog de
autospecifieke adapterkabel nodig, die bij de vakhandel te
verkrijgen is (zie fig. 6, pagina 5).
Wanneer de zekering kleiner is dan 10 A, moet de radio worden
ingebouwd zoals beschreven onder „Aansluiting in auto's zon-
der enige voorbereidende uitrusting".
Aansluiting in auto's zonder enige voorbereidende
uitrusting
Bij auto's zonder voorbereidende autoradio-uitrusting, of wan-
neer de doorsnede van de plus/min-kabel te gering is (< 1,5
mm2), moet de meegeleverde ISO-plus/min-kabel (te herken-
nen aan de bruine, oranje, geel/groene en twee rode kabels)
worden aangesloten op de universele voedingskabel (te verkrij-
gen bij de vakhandel, best.nr. 7 607 884 093) (zie fig. 4, page 19).
• Aansluiting van de luidsprekers
Aansluiting van de luidsprekers op de ISO-stekker
aan de auto
Bij deze wijze van aansluiten moet u nagaan of uw auto vooraf
is uitgerust met passieve of actieve luidsprekers. Passief be-
tekent: luidsprekers zonder eigen versterker; actief betekent:
met versterker. Deze informatie is te verkrijgen bij uw dealer of
vakhandelaar.
- 17 -
8 622 401 055