7.6. Onderhoud van de startaccu
Gevaar
De accu is onderhoudsvrij, het volstaat de staat, het vastzitten van de aansluitingen en de algehele reinheid te controleren.
7.7. Reinigen van het aggregaat
Wassen met een waterstraal wordt ontraden.
Wassen met een hogedrukreiniger is verboden.
Opgelet
Alle stofdeeltjes verwijderen en de afvalproducten rondom de uitlaatbuis.
Maak het stroomaggregaat schoon en vooral de aan- en afvoeren van de lucht en de alternator, met behulp van een doek en een borstel.
Controleer de algemene toestand van het aggregaat en vervang eventueel defecte onderdelen.
8. Opslag van het aggregaat
Indien het stroomaggregaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dient u onderstaande richtlijnen te volgen voor de opslag van
het aggregaat.
Ledig de brandstoftank in een geschikt recipiënt en vervang de brandstoffilter (cf. § Vervangen van de brandstoffilter).
Start het stroomaggregaat en laat het draaien tot het stilvalt door gebrek aan brandstof.
Vervang de motorolie en de oliefilter terwijl de motor nog warm is (cf. § Vervangen motorolie en Vervangen oliefilter).
Reinig het luchtfilter (cf. § Luchtfilter reinigen).
Reinig de buitenkant van het stroomaggregaat, breng op de beschadigde delen een roestwerend middel aan.
Dek het stroomaggregaat af met een beschermingshoes zodat hij beschermd wordt tegen stof en plaats hem op een droge en
schone plaats.
9. Opsporen van kleine storingen
Problemen
Lading aangesloten op stroomaggregaat bij opstarten.
Luchtfilter (afb. A - no. 14) verstopt.
Brandstofpeil onvoldoende
Oliefilter (fig. A - rep. 13) verstopt.
Motor start niet
Te laag oliepeil.
Startaccu (afb. A - no. 15) kapot.
Brandstoftoevoer verstopt of lek.
Brandstofpeil onvoldoende.
De motor stopt
Te laag oliepeil.
Schakelaars (afb. A - no. 8) niet aan.
Geen
Voedingskabel van de apparaten defect.
elektrische
Contactdozen (afb. A - no. 9) defect.
stroom
Verdeler defect.
Uitschakeling
Apparaat aangesloten of defecte kabel.
van de stroom-
Overbelasting (cf. § Vermogen stroomaggregaat).
schakelaars
Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur.
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
Vermoedelijke oorzaken
* Handeling(en) die door een van onze agenten moet(en) worden uitgevoerd.
Mogelijke oplossingen
Schakel de lading uit.
Luchtfilter reinigen (cf. § Luchtfilter reinigen).
Brandstof bijvullen (cf. § Brandstof bijvullen).
De brandstoffilter vervangen (cf. § Vervanging van de
brandstoffilter).
Het oliepeil controleren en indien nodig bijvullen (cf.
§ Het oliepeil controleren).
Herlaad of vervang de startaccu.
Laten controleren, repareren of vervangen.*
Brandstof bijvullen (cf. § Brandstof bijvullen).
Controleer het oliepeil en vul aan indien nodig
(cf. § Controle van het oliepeil).
Zet de schakelaars aan.
Kabel vervangen.
Laten controleren, repareren of vervangen.*
Laten controleren, repareren of vervangen.*
Apparaat en kabel loskoppelen.
Overbelasting opheffen.