de buurt van een medisch instrument. Dit kan interferentie
veroorzaken met medische instrumenten. De instructies
en waarschuwingen in ziekenhuizen en zorgcentra dienen
daarom strikt te worden gevolgd.
Vergeet niet om uw telefoon uit te schakelen in benzinesta-
tions. Gebruik het apparaat niet in een benzinestation in
de buurt van brandstof.
Het is gevaarlijk om uw telefoon te gebruiken in een pro-
fessionele garage.
5.
Elektronische implantaten en pacemakers : Personen
met elektronische implantaten of een pacemaker moeten
uit voorzorg de telefoon aan de tegengestelde zijde van het
implantaat houden tijdens een gesprek. Als u merkt dat
uw apparaat interferentie veroorzaakt met een pacema-
ker, zet u de telefoon onmiddellijk uit en neemt u contact
op met de fabrikant van de pacemaker, om te vragen wat
u moet doen.
6.
Brandgevaar : Laat het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen zoals een radiator of kachel. Laat uw te-
lefoon niet laden in de buurt van brandbare materialen (het
brandgevaar is reëel).
7.
Contact met vloeistoffen : Zorg dat de telefoon niet in
aanraking komt met vloeistoffen of met natte handen. Wa-
terschade kan onherstelbaar zijn.
8.
Gebruik alleen accessoires die zijn goedgekeurd door
WIkO.
Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan uw
telefoon beschadigen of risico's veroorzaken.
9.
De batterijen en de laders niet vernietigen :
Nooit een beschadigde lader of batterij gebruiken.
De batterijen niet in aanraking laten komen met magneti-
sche objecten, omdat dit kortsluiting zou kunnen veroorza-
ken tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en deze
of de telefoon blijvend beschadigen.
In het algemeen mogen de batterijen niet worden bloot-
gesteld aan zeer lage of zeer hoge temperaturen (onder
0°C of hoger dan 45°C). Deze verschillen in temperatuur
kunnen de autonomie en de levensduur van de batterijen
verminderen.
10.
Schokken of stoten : Gebruik en behandel uw telefoon