als bevroren levensmiddelen, botten, hout,
blikken of dergelijk.
Snijden
Leg een plateau, bord of dergelijk onder het
●
●
apparaat.
Kies de gewenste snijdikte.
●
●
Schakel het apparaat in.
●
●
Druk het snijgoed zacht tegen de aanslagplaat
●
●
en leidt de slede gelijkmatig tegen het mes.
Indicatie: Zacht snijgoed (bijv. kaas of ham) is
het best te snijden als het gekoeld is. Zacht
snijgoed is beter te snijden als u het langzaam
vooruit schuift. Bij het snijden van komkom-
mers of wortels is het van voordeel als deze van
te voren op dezelfde lengte worden gesneden
en dan met de resthouder worden toegevoerd.
Resthouder
Het apparaat mag niet zonder resthouder wor-
den gebruikt, tenzij de grootte en vorm van
het snijgoed het gebruik van de resthouder
niet toelaten.
34
Zodra grootte of vorm van het snijgoed het
gebruik van de resthouder toelaat moet deze
worden gebruikt.
Leg resten of kleiner snijgoed op de slede.
●
●
Zet de resthouder op de slederug en tegen
●
●
het snijgoed.
Ga door zoals van te voren bij "Snijden" be-
●
●
schreven.
De resthouder maakt het mogelijk kleiner sni-
jgoed zoals bijv. paddestoelen of tomaten te
snijden.
30° kantelen (Master M80)
De kantelfunctie is bijzonder goed geschikt
voor het snijden van brood, droge worst en
groenten. Met de kantelfunctie wordt de natu-
urlijke zwaartekracht van het snijgoed voor de
toevoer gebruikt.
Om het apparaat te kantelen gaat u zoals volgt
door:
Druk de vergrendelingsknop. Het apparaat
●
●
wordt ontgrendeld.
Trek het apparaat aan de zwenkhefboom
●
●