Montage van de opvangkorf (fi g. 5)
Uitwerpklep (fi g. 5, pos. 5) met één hand opheff en
en de opvangzak (fi g. 5, pos. 6) met de andere
hand aan het handvat van boven vasthaken.
Let op! Bij het vasthaken van de opvangkorf moet
de motor afgezet zijn en mag de wals niet draai-
en!
6. Bediening
Let op!
De motor wordt zonder olie geleverd. Daarom
moet u er vóór de inbedrijfstelling zeker olie
ingieten. Het oliepeil in de motor moet tel-
kens vóór het werken gecontroleerd worden.
Starten van het gereedschap (fi g. 6-7)
Om het ongewild starten van de motor te voor-
komen is die voorzien van een motorrem (fi g. 6,
pos. 1) die u altijd moet bedienen terwijl het ge-
reedschap in werking is, anders stopt de motor.
Let op! Als u de motorremhendel loslaat moet die
terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand en de
motor moet stoppen. Is dit niet het geval mag het
gereedschap niet worden gebruikt.
1. Benzinekraan opendraaien (fi g. 7, pos. B).
Hiervoor de kraan naar de stand "ON" draai-
en.
2. Chokehendel (fi g. 7, pos. C) naar de stand
"choke" brengen.
Aanwijzing: De choke is normaal gezien bij
het opnieuw starten van een warme motor
niet nodig.
3. Gashendel (fi g. 1, pos. 7) naar de tussen-
stand brengen.
4. Motorremhendel (fi g. 6, pos. 1) bedienen en
de starttrekkabel (fi g. 7, pos. A) fl ink doorha-
len tot de motor start.
5. Motor eventjes laten warmdraaien en daarna
de chokehendel (fi g. 7, pos. B) naar de stand
"RUN" brengen.
6. Met de gashendel (fi g. 6, pos. 7) kan het to-
erental van de messenwals worden geregeld
(schildpad = traag / haas = snel).
Let op! De starttrekkabel altijd langzaam uittrek-
ken tot de eerste weerstand voordat u hem fl ink
doorhaalt om te starten. Laat de starttrekkabel na
het starten niet terugschieten.
Anl_GBV_E_40_SPK7.indb 57
Anl_GBV_E_40_SPK7.indb 57
NL
Let op! De verticuteerwals roteert als de motor
wordt gestart.
Let op!
Open de uitlaatklep nooit terwijl de motor nog
draait. Draaiende messenwals kan leiden tot
lichamelijk gevaar.
Maak de uitlaatklep steeds zorgvuldig vast. De
klep wordt door de trekveer teruggeklapt naar de
"DICHT" positie!
De door de geleidestelen gegeven veiligheid-
safstand tussen het koetswerk en de gebruiker
dient steeds in acht te worden genomen. Tijdens
het verticuteren en veranderen van rijrichting op
bermen en hellingen dient u bijzonder voorzichtig
te werk te gaan. Let op een veilige stand, draag
schoenen met slipvaste zolen en een lange bro-
ek. Verticuteer steeds dwars over de helling.
Hellingen van meer dan 15% mogen om veilig-
heidsredenen niet worden geverticuteerd.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit be-
wegen en trekken van de verticuteerder, struikel-
gevaar!
Instellen van de werkdiepte (fi g. 8)
Om de werkdiepte in te stellen de hendel voor de
diepteafstelling (fi g. 8, pos. 4) lichtjes weg van het
gereedschap drukken, de gewenste diepte instel-
len en de hendel terug laten vastklikken.
Let op! Voor het transport de hendel voor de
diepteafstelling naar de hoogste stand brengen.
Instructies voor het correct werken
Voor het werken met het gereedschap is een
overlappende werkwijze aan te bevelen.
Om een keurig verticuteerpatroon te bereiken
leidt u het gereedschap in zo recht mogelijke ba-
nen. De banen moeten elkaar steeds met enkele
centimeters overlappen zodat er geen stroken
blijven staan.
Zodra tijdens het werken grasresten blijven lig-
gen, moet de opvangzak leeg worden gemaakt.
Let op! Vóór het afnemen van de opvangzak de
motor stopzetten en wachten tot de wals tot stil-
stand is gekomen.
Om de opvangzak los te haken tilt u de uitlaatklep
met een hand op terwijl u met de andere hand de
opvangzak wegneemt!
Hoe vaak het gazon moet worden bewerkt hangt
in principe af van de groei van het gras en van de
hardheid van de grond.
De onderkant van het gereedschap schoon
- 57 -
29.09.2016 17:58:54
29.09.2016 17:58:54