spa
6. Garantía del fabricante
El periodo de garantía es de 12 meses a partir de la entrega del producto
nuevo al primer usuario, y no más de 24 meses a partir de la entrega
al comerciante. El momento de la entrega se justificará mediante el
envío de los documentos originales de compra, que deberán indicar la
fecha de la compra y la denominación del producto. Se repararán de
forma gratuita todos aquellos fallos funcionales detectados durante el
periodo de garantía que demostrablemente sean debidos a errores en
la producción o en el material. La reparación de fallos no produce la
prolongación o renovación del periodo de garantía del producto. Quedan
excluidos de la garantía aquellos daños causados por desgaste natural,
manipulación inadecuada o impropia, incumplimiento de las instruccio-
nes de servicio, medios auxiliares inadecuados, sobrecarga, uso para
fines no previstos, intervenciones propias o por parte de terceros u otros
motivos ajenos a la responsabilidad de REMS.
Los servicios de garantía sólo se deberán prestar por los talleres de
postventa autorizados por REMS. Las reclamaciones únicamente serán
aceptadas si el producto entregado a un taller de postventa autorizado
por REMS no ha sido manipulado o desmontado anteriormente. Los
productos y piezas sustituidas pasarán a propiedad de REMS.
Los portes de envío y reenvío serán a cargo del usuario.
Quedan inalterados los derechos legales del usuario frente al comerci-
ante, en especial aquellos por fallos. Esta garantía del fabricante sólo
tendrá validez para productos nuevos comprados en la Unión Europea,
en Noruega o en Suiza.
Fig. 1–6
1 Snelwisselsnijkop REMS eva
2 Ratelarm
3 Borgring
Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Alle voorschriften lezen. Fouten bij de inachtneming van de on-
derstaande voorschriften kunnen elektrische schokken, brand en / of ernstige
ongevallen veroorzaken. Het hierna volgende begrip „elektrisch apparaat"
heeft betrekking op via het stroomnet werkende elektrische gereedschap-
pen (met stroomkabel), op machines en op elektrische apparaten. Gebruik
het elektrische apparaat alleen waarvoor het bedoeld is en met inachtname
van de algemene veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften.
VOLG DEZE VOORSCHRIFTEN GOED OP.
A) Werkplek
a) Houdt uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommelige en onverlichte
werkplekken kunnen tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische apparaat niet in explosiegevaarlijke omge-
ving, waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden.
Elektrische apparaten veroorzaken vonken, die stoffen of dampen kun-
nen ontsteken.
c) Houdt kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het
elektrische apparaat op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over
het apparaat verliezen.
B) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker mag in geen geval veranderd worden.
Gebruik geen adapterstekker in combinatie met een geaard elek-
trisch apparaat.Originele stekkers en passende stopcontacten verkleinen
het risico op elektrische schokken. Is het apparaat met een veiligheids-
schakelaar uitgerust, dan mag het alleen op een beveiligd stopcontact
aangesloten worden. Gebruik het elektrische apparaat op bouwplaatsen,
in vochtige omgeving, buiten of in vergelijkbare situaties uitsluitend via
een 30 mA aardlekschakelaar (Fl-schakelaar) op het net.
b) Vermijdt lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes, zoals van
buizen, radiatoren, haarden en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico op een elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houdt het apparaat van regen of vochtigheid vandaan. Het indringen
van water in een elektrisch apparaat verhoogt het risico op een elektri-
sche schok.
d) Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is,
b.v. om het apparaat te dragen, op te hangen of om de stekker uit
het stopcontact te trekken. Houdt de kabel verwijderd van hitte, olie,
scherpe kanten, of zich bewegende apparaatonderdelen. Bescha-
digde of verwikkelde kabel verhoogt het risico op een elektrische schok.
e) Als u buiten werkt met een elektrisch apparaat, gebruik dan uitslui-
tend een verlengkabel die daarvoor geschikt is. Met een geschikte
verlengkabel vermindert u het risico op een elektrische schok.
C) Veiligheid van personen
a) Wees opmerkzaam op wat u gaat doen, en ga met verstand aan het
werk met een elektrisch apparaat. Gebruik het elektrisch apparaat
niet, wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid bij gebruik van
hert apparaat kan tot ernstige ongevallen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheidsbril.
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker,
slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbeschermers, al
naar gelang het elektrische apparaat, vermindert het risico op ongevallen.
c) Vermijdt onbedoeld inschakelen. Wees er zeker van dat de schake-
laar in de positie „uit" staat, voordat de stekker in het stopcontact
gestoken wordt. Wanneer u bij het dragen van het elektrische apparaat
uw vinger op de schakelaar heeft of het apparaat ingeschakeld op het
stroomnet aansluit, kann dit tot ongevallen leiden. Zet nooit een tipscha-
kelaar vast.
d) Verwijder instelgereedschappen of sleutels, voordat u het elektrisch
gereedschap inschakelt. Een gereedschap of sleutel, dat zich in een
draaiend apparaatdeel bevindt, kan voor verwondingen zorgen. Grijp nooit
in bewegende (draaiende) delen.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een veilige stand en behoudt altijd
uw evenwicht. Daardoor kunt u in onverwachte situaties beter controle
houden over het apparaat.
nld
4 Ratelring
5 Verlenging
6 Ratelknop