Publicidad
021752 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmiddelen van de trekhaak verwijderen.Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Verwijder in de kofferbak zonodig de anti-dreunlaag ter grootte van montagestrippen "1" en "2".
3. Verwijder in de kofferbak ter plaatse van de bevestigingspunten "A","B","C" en "D" de knock-outs,
deze doorsteken m.b.v. een doorn. Wanneer er geen knock-out bij gat "C" aanwezig is deze van
binnen naar buiten doorboren op ø11mm, daarna gat "C" alleen in de bodemvloer vergroten tot ø
19mm.
Afstand achterbord tot gat "D" 63 mm.
Afstand achterbord tot gat "B" 145 mm.
Tussenafstand van de gaten "A" en "B" = afstand "A" en "D" = 130 mm.
4. Boor nu aan de onderzijde gat "A", "B" en "D" op tot ø11mm. Gaten "B" en "D" zijn hier aangegeven
d.m.v. een centerpunt.
5. Demonteer in de kofferbak de moeren van de bumperbevestiging (deze komen te vervallen).
6. Plaats de binnenplaten "1" en "2" in de vrijgekomen gaten in de kofferruimte t.p.v.:
-
de gaten "A" en "B" m.b.v. 3 bouten M10x90, sluitringen en afstandsbussen "3" (lengte 51 mm)
-
gat "C" m.b.v. 1 bout M10x90, sluitring en afstandsbus "7" (lengte 48 mm)
-
gat "D" m.b.v. 1 bout M10x100, sluitring en afstandsbus "3" (lengte 51 mm).
7. Zet de binnenplaten "1" en "2" vast bij de bumpersteunbouten met de bijgeleverde flensmoeren en
boor de gaten "E" van binnen naar buiten door op ø 11 mm.
8. Demonteer de bumper,en monteer t.p.v. de punten "E" de inbusbouten M10x30 incl. sluitringen,
veerringen en moeren (volgens tekening).
9. Boor aan de rechterzijde van de rechter chassisbalk het gat overeenkomstig met punt "F" eenzijdig
op tot ø19 mm.
10. Demonteer (indien demontabel) de uitlaatsteun .Deze komt te vervallen.
11. Monteer de trekhaak incl. uitlaatsteun "8" (afhankelijk van uitlaattype) handvast met behulp van
moeren M10, veerringen en sluitringen volgens tekening.
12. Monteer t.p.v. punt "G" de bestaande bout inkl. bijgeleverde sluitring.
13. Plaats nu t.p.v. gat "F" 1 of 2 kontrastrippen "4" (afhankelijk van modeltype) tussen de trekhaak en
de chassisbalk. Plaats afstandsbusje "5", (lengte=62 mm), in de chassisbalk en monteer de bout
M10x100, samen met kontrastrip "4", sluitring, veerring en moer.
14. Plaats t.p.v. gat "C" kontrastrip "6" in het sleepoog onder tegen de chassisbalk en monteer deze
d.m.v. de bout M10x90 incl. veerring en moer, volgens tekening.
15. Monteer de kogel en hoekijzer "9" t.p.v. de gaten "H" m.b.v. 2 bouten M12x70, veerringen en
moeren.
LET OP:Indien de kogel fabrieksmatig is gemonteerd dienen de aanhaalmomenten gecontroleerd
te worden!
16. Monteer de stekkerdoosplaat op het hoekijzer "9" m.b.v. bout M8x30 en zelfborgende moer.
17. Zet de trekhaak vast.Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M12 - 79 Nm
M10 - 46 Nm
M 8 - 23 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
18. Boor t.p.v. de punten "E" gaten van ø17 mm met een diepte van 10 mm in de steunen van de
bumper,zodat bij het herplaatsen van de bumper de boutkoppen van de inbusbouten hierin vallen.
19. Monteer de bumper.
20. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor
wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
021752 ANBAU ANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich der
Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Falls notwendig, die Bitumenschicht in der Größe der Montageplatten "1" und "2" aus dem Kofferraum
entfernen.
3. Die Abdeckungen im Kofferraum bei den Befestigungspunkten "A", "B", "C" und "D" entfernen und die
vorgestanzten Bohrlöcher mit einem Dorn durchstoßen. Falls bei Punkt "C" kein vorgestanztes Bohrloch
vorhanden ist, diesen Punkt von innen nach außen auf ø 11 mm durchbohren und anschließend nur im
Kofferraum auf ø 19 mm vergrößern.
Distanz Abschlußblech bis Loch "D" = 63 mm.
Distanz Abschlußblech bis Loch "B" = 145 mm.
Distanz zwischen Loch "A" und "B" bzw. "A" und "D" = 130 mm.
4. Die Löcher "A", "B" und "D" an der Unterseite auf ø 11 mm bohren. Die Löcher "B" und "D" sind angekörnt.
5. Im Kofferraum die Muttern der Stoßfängerbefestigung demontieren (diese werden nicht mehr benötigt).
6. Die Halter "1" und "2" auf die vorhandenen Löcher in den Kofferraum legen und wie folgt befestigen:
-
an den Löcher "A" und "B" mit drei Schrauben M10x90, Unterlegscheiben und Distanzbuchsen "3"
(Länge 51 mm)
-
an Loch "C" mit einer Schraube M10x90, Unterlegscheibe und Distanzbuchse "7" (Länge 48 mm)
-
an Loch "D" mit einer Schraube M10x100, Unterlegscheibe und Distanzbuchse "3" (Länge 51 mm).
7. Die Halter "1" und "2" an den Stoßfängerhalter schrauben und mit den beigefügten Flanschmuttern befestigen.
Die Löcher "E" von innen nach außen auf 11 mm durchbohren.
8. Den Stoßfänger demontieren und die Zylinderschrauben M10x30 mit Unterlegscheiben, Federringen und
Muttern an den Punkten "E" montieren (siehe Zeichnung).
9. An der rechten Seite des rechten Chassisrahmens, das Loch übereinstimmend mit Punkt "E" einseitig auf ø 19
mm bohren.
10. Die Auspuffstütze (falls abnehmbar) demontieren, diese wird nicht mehr benötigt.
11. Die Anhängevorrichtung mit Auspuffstütze "8" (abhängig von Auspufftyp) handfest mit Muttern M10,
Federringen und Unterlegscheiben gemäß Zeichnung montieren.
12. Die vorhandene Schraube an Punkt "G" mit der beigefügten Unterlegscheibe montieren.
13. Bei Loch "F" 1 oder 2 Gegenplatten "4" (abhängig von Typ) zwischen Anhängevorrichtung und Chassisrahmen
legen. Distanzbuchse "5" (Länge=62 mm) in die Chassisrahmen legen und die Schraube M10x100 mit
Gegenplatte "4", Unterlegscheibe, Federring und Mutter befestigen.
14. Bei Loch "C" Gegenplatte "6" in der Abschleppöse unter gegen den Chassisrahmen legen und mit Schraube
M10x90, Federring und Mutter gemäß Zeichnung montieren.
15. Die Kugel und Winkeleisen "9" mit 2 Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den Löchern "H"
montieren.
ACHTUNG: Wenn die Kugel werksseitig vormontiert ist, müssen die Drehmomente kontrolliert werden.
16. Die Steckdosenhalteplatte mit Schraube M8x30 und selbstsichernder Mutter auf dem Winkeleisen "9"
montieren.
17. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M12 - 79 Nm
M10 - 46 Nm
M 8 - 23 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindung wie angegeben nachziehen.
18. Bei den Punkten "E" Löcher von ø 17 mm mit einer Tiefe von 10 mm in die Stoßfängerstützen bohren, damit
bei der Montage des Stoßfängers die Schraubeköpfe der Zylinderschrauben in den Stützen versenkt sind.
19. Den Stoßfänger wieder montieren.
20. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
Publicidad
