SMA Solar Technology AG
9. Schroeven op de 2 vermogensverbindingen
vastschroeven (TX20, koppel: 6,0 Nm (53,1 in-lb)).
Op de toekenning van de blauwe en de zwarte
ader hoeft niet te worden gelet, omdat beide
aansluitingen onderling zijn verbonden.
10. Kabel (1 rood, 2 lichtblauw, 1 wit, 1 groen, 1 zwart en 1 lila) in de klemmen op de module
steken en waarborgen, dat alle kabel goed vastzitten.
11. Alle stekkers op de module steken en waarborgen, dat de vergrendelingen van de bandkabel
zijn vergrendeld en de 2-polige stekkers met beide contacten zijn aangesloten.
12. DC-EMV-module inbouwen (zie hoofdstuk 6.2, pagina 193).
8
De omvormer in bedrijf stellen
Voorwaarden:
☐ De AC-leidingbeveiligingsschakelaar moet correct geconfigureerd en geïnstalleerd zijn.
☐ De omvormer moet correct gemonteerd zijn.
☐ Alle kabels moeten correct aangesloten zijn.
☐ Niet gebruikte openingen in de behuizing moeten met afdichtpluggen worden afgesloten.
Werkwijze:
1. Vereiste controles voor de correcte heringebruikname na modulevervanging conform alle ter
plekke geldende wetten, normen en richtlijnen uitvoeren. Daarbij voorwaarden voor de
componentvervanging in acht nemen (zie hoofdstuk 2.2 "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
pagina 183).
2. Verzeker u ervan, dat de aardleiding in de omvormer correct is aangesloten en de aardleiding
correct werkt.
3. Plaats de behuizingsdeksel van de AC-Connection Unit op de AC-Connection Unit en draai
eerst de schroeven linksboven en rechtsonder en vervolgens de overige schroeven kruislings
aan (TX 25, koppel: 6 Nm (53 in-lb)).
Vervangingshandleiding
8 De omvormer in bedrijf stellen
STP50-DC-EMV-DST-RM-xx-10
201