De schijfzaag is van een blokkadeknop van de hoofdschakelaar (16)
voorzien die tegen het toevallig aanzetten beschermt.
Aanzetten:
• Druk op de blokkadeknop van de hoofdschakelaar (16) (afb. C).
• Druk op de hoofdschakelaar (15).
Uitzetten:
• Maak de hoofdschakelaar (15) los.
CONTROLELAMPJE VAN SPANNINGSAANSLUITING
Op het moment van de aansluiting van de schijfzaag op het
stopcontact begint het controlelampje van spanningsaansluiting
(3) te branden.
SNIJDEN
De snijlijn wordt door de indicatie van de snijlijn (7) of (8)
aangegeven.
• Grijp de zaag tijdens het werk zeker met beide handen aan beide
handvatten vast.
• De zaagmachine kan alleen aangezet worden als deze van het te
snijden materiaal weggeschoven is.
• Het is verboden om te grote druk op de zaag uit te oefenen. Er
dient een zacht en constant druk te worden uitgeoefend.
• Na beëindiging van het snijden laat de snijschijf volledig stoppen.
• Indien het snijden voor de geplande beëindiging onderbroken
wordt, bij het doorzetten van het werk dient eerst gewacht te
worden zodat deze de maximale toerental bereikt en vervolgens
de snijschijf voorzichtig in het gesneden materiaal in te voeren.
• Bij het snijden dwars door de vezels van het materiaal (hout)
soms hebben ze de neiging om naar boven te gaan en opstijgen
(de verschuiving van de zaag met een kleine snelheid kan deze
tendens minimaliseren).
• Verzeker u zich of de onderste afschermer naar de verste stand
kan bewegen.
• Voordat met het snijden te beginnen verzeker u zich of de
draaiknop van de snijdiepte en de draaiknop van de blokkade van
de voet op een juiste manier zijn ingesteld.
• Met de zaag dienen alleen snijschijven met de juiste
buitendiemeter en de juiste diameter van de opening van de
bevestiging van de snijschijf gebrukt te worden.
• Het gesneden materiaal dient op een juiste manier worden
bevestigd.
• Het bredere onderdeel van de voet van de zaag dient op dit deel
van het materiaal geplaatst te zijn, die niet weggesneden wordt.
Indien de afmetingen van het materiaal gering zijn, dient het
materiaal met behulp van klemmen bevestigd te worden.
Indien de voet van de zaag niet over het te bewerken materiaal
verschuift, maar hoger zich bevindt, ontstaat er een gevaar van
terugslag.
De juiste bevestiging van het gesneden materiaal en zeker
vasthouden van de zaag verzekeren een volledige controle over
het elektrogereedschap, waardoor het gevaar van lichaamsletsels
verminderd wordt. Het is verboden om de korte stukken in de
hand te houden.
VERSTEK SNIJDEN
• Maak de draaiknop van de voet (5) los (afb. D).
• Plaats de voet (9) onder een bepaald hoek (van 0
gebruik van de gradenschaal.
• Draai de draaiknop van de voet (5) vast.
Neem in acht dat bij het verstek snijden, bestaat er een groter
gevaar van tegenslag (grotere kans op inklemming van de
snijschijf), het is daarom bijzonder belangrijk om te zorgen dat
de voet van de zaag met de volledige oppervlakte aan het te
bewerken materiaal zit. Het snijden dient met een vloeibare
beweging uitgevoerd te worden.
SNIJDEN DOOR HET INHAKKEN IN HET MATERIAAL
Voordat met enige regelwerkzaamheden te beginnen, dient de
aansluiting van de schijfzaag met de netspanning te worden
onderbroken.
• Stel de juiste diepte van het snijden die aan de dikte van het
gesneden materiaal beantwoordt in.
• Buig de zaag op zulke manier zodat de voorste rand van de voet
(9) op het te snijden materiaal steunt en de indicatie 0° voor het
recht zagen op de lijn van het verwachte snijden zich bevindt.
• Na het plaatsen van de zaag in de plaats van het begin van het
snijden trek de onderste afscherming (13) omhoog met behulp
van de hendel van de onderste afscherming (4) (de snijschijf van
de zaag is boven het materiaal).
• Zet het elektrogereedschap aan en wacht totdat de snijschijf het
volledig toerental bereikt.
• Geleidelijk verlaag de zaag zodat de snijschijf zich in het materiaal
verdiept (tijdens deze beweging de vorste rand van de voet van
de zaag dient de oppervlakte van het materiaal aan te raken).
• Als de snijschijf met het snijden gaat beginnen, maak de onderste
afscherming los.
• Als de volledige voet van de zaag op het materiaal zich bevindt, ga
door met het snijden en verschuif de zaag naar voren.
• Nooit trek de zaag met de draaiende snijschijf omdat op deze
manier een terugslag naar achteren kan ontstaan.
• Beëindig het snijden op een omgekeerde manier dan het begin
door de zaag rond de lijn van de voorste rand van de voet van de
zaag om te draaien.
• Laan na het uitschakelen van de zaag de snij schijf volledig
stoppen voordat de zaag uit het materiaal getrokken wordt.
• Indien er noodzaak ontstaat om hoeken te maken, werk deze met
behulp van reciprozaag of handzaag af.
SNIJDEN OD AFSNIJDEN VAN GROTE STUKKEN MATERIAAL
Bij het snijden van grotere platen of planken dienen deze op
een juiste manier te worden ondersteund zodat de snijschijf niet
verschuift (terugslag) door in het materiaal ingeklemd te worden.
Voordat
met
bedieningswerkzaamheden te beginnen, trek de stekker uit het
stopcontact uit.
ONDERHOUD EN OPSLAG
• Het is aangeraden om het toestel direct na elk gebruik te reinigen.
• Gebruik geen water of andere vloeistoffen voor reiniging.
• Het toestel dient met gebruik van een penseel of zacht perslucht
gereinigd te worden.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen noch oplosmiddelen zodat de
kunststof onderdelen niet beschadigd raken.
• Reinig regelmatig de ventilatieopeningen in de behuizing van de
motor, zodat het toestel niet oververhit raakt. Het is verboden om
de ventilatieopeningen te reinigen door scherpe elementen zoals
schroevendraaiers ezv. erin te schuiven.
• Bij beschadiging van de spanningskabel laat deze door een
geautoriseerde service dienst met een kabel van dezelfde
parameters vervangen. Laat dit door een gekwalificeerde
tot 45
) met
0
0
specialist of een technische dienst uitvoeren.
• Bij te grote vonkproductie op de commutator dient de controle
van de staat van de koolborstels door een vakbekwame
medewerker uitgevoerd te worden.
• Na enige tijd van normale exploitatie raakt de snijschijf versleten.
Als de snijschijf versleten wordt, moet een groter druk op de zaag
worden uitgeoefend.
• Indien een beschadiging van de snijschijf vastgesteld wordt, dient
deze onmiddellijk uitgewisseld te worden.
• De snijschijf dient altijd scherp te zijn.
• Bewaar het toestel altijd op een droge plek en buiten bereik van
kinderen.
95
BEDIENING EN ONDERHOUD
enige
installatie-,
regel-,
reparatie-
of