EP Equipment EPT20-15HJ Manual De Usuario página 16

KNIPPE- KNIPPE-
Foutbericht
RENDE RENDE
Fouttekst
LED cijfer 1 LED cijfer 2
THERMISCHE
1 1
STORING
STORING GASREGE-
1 2
LING
STORING SNEL-
1 3
HEIDSPOTENTIOME-
TER
STORING ONDERS-
1 4
PANNING
STORING OVERSPAN-
1 5
NING
HOOFDRE- LAIS
2 1
UITGESCHAKELD
STORING HOOFDRE-
2 3
LAIS
HOOFDRELAIS
2 4
INGESCHAKELD
3 1
STORING BEDRADING
STORING REM
3 2
INGESCHAKELD
STORING VOORBE-
3 3
LASTING
STORING REM
3 4
UITGESCHAKELD
3 5
STORING HPD
STORING
4 1
STROOMSENSOR
HARDWARE
4 2
FAALVEILIG
STORING EE CHECK-
4 3
SUM
STORING ACCU-ONT-
4 5
KOPPELING
DEUTSCH
BENUTZERHANDBUCH
A170148 / A170149
EPT20-15HJ / EPT20-15ET
A170148 - HALBELEKTRISCHER PALETTENHUBWAGEN
A170149 - ELEKTRISCHER PALETTENHUBWAGEN
ZAC du Parc des Tulipes - Avenue du 21ème Siècle
95506 Gonesse Cedex - FRANCE
info@manutan.fr - www.manutan.com
Uitleg Mogelijke oorzaak
1. Temperatuur > 80 °C of < 10 °C.
2. Overmatig zware lading op palletwagen.
Daling te hoge/te
3. Bediening in extreme omgevingen.
lage temperatuur
4. Elektromagnetische rem wordt niet vrijge-
geven.
1. Draad gasregelingsinvoer onderbroken of
PotLow en/of
kortgesloten.
PotWiper buiten
2. Potentiometer gasregeling defect.
bereik
3. Incorrect type gasregeling geselecteerd.
Snelheidslimiet lo- 1. Draad/draden potentiometer snelheidsli-
per potentiometer miet gebroken of kortgesloten.
buiten bereik 2. Potentiometer snelheidslimiet stuk.
Accuspanning te 1. Accuspanning < 17 volt.
laag 2. Slechte aansluiting bij accu of regelaar.
1. Accuspanning < 31 volt.
Accuspanning te 2. Palletwagen wordt bediend met
hoog aangesloten oplader.
3. Onderbroken accu-aansluiting.
Storing driver
1. Driver hoofdrelais kan niet worden geo-
hoofdrelais
pend.
uitgeschakeld
1. Hoofdrelais dichtgelast of vast in geopende
Storing hoofdre-
stand.
lais
2. Storing driver hoofdrelais.
Storing driver
1. Driver hoofdrelais kan niet worden
hoofdrelais
gesloten.
ingeschakeld
1. Incorrect afgestelde gasregeling.
HPD-storing
2. Gebroken potentiometer gasregeling of
aanwezig >10 sec
gasregelingsmechanisme.
1. Kortsluiting driver elektromagnetische rem.
Storing rem
2. Onderbreking elektromagnetische
ingeschakeld
remspoel.
1. Kortsluiting driver rem.
Storing voorbe-
2. Voorbelastingscircuit beschadigd.
lasting
3. MOSFET defect.
1. Onderbreking driver elektromagnetische
Storing rem
rem.
uitgeschakeld
2. Kortsluiting elektromagnetische remspoel.
1. Onjuiste opeenvolging van gasregeling en
HPD (High Pedal KSI, deblokkeren of blokkeren van ingangen.
Disable) 2. Verkeerd afgestelde potentiometer gasre-
geling.
Stroomdetectie 1. Kortsluiting in motor of motorbedrading.
buiten bereik 2. Regelaar defect
1. Motorspanning komt niet overeen met het
Motorspanning gasregelingsverzoek.
buiten bereik 2. Kortsluiting in motor of motorbedrading.
3. Regelaar defect
EEPROM-storing. 1. EEPROM defect of EEPROM-storing
1. Accu niet aangesloten.
Accu ontkoppeld
2. Slechte aansluiting op accuklemmen
30
VÝSTRAHA
Manufacture Date：
IMPORTED BY MANUTAN, GONESSE, FRANCE
A170148 (EPT20-15HJ)
VOORZICHTIG
Dit Toegangspaneel voor onderhoud mag niet worden verplaatst zonder de
aanbevolen serviceprocedures in de door EP goedgekeurde onderhoudshan-
dleiding te raadplegen.
WAARSCHUWING
Gebruik deze palletwagen niet, tenzij u bevoegd en getraind bent om dit wel te doen en alle waarschuwingen en instructies in de bedie-
ningshandleiding en op deze palletwagen hebt gelezen. Gebruik deze palletwagen niet voordat u de staat ervan hebt gecontroleerd.
Let hierbij in het bijzonder op de banden, de claxon, de accu, de controller, het hefsysteem, de remmen, het stuurmechanisme, de
afschermingen en de veiligheidsinrichtingen. Bedien de palletwagen uitsluitend vanaf de aangewezen bedieningspositie. Gebruik de
palletwagen niet om personen te vervoeren. Zorg dat uw voeten niet onder de palletwagen kunnen komen en draag veiligheidsschoe-
nen. Houd u aan de geldende verkeersregels. Verleen voorrang aan voetgangers. Vertraag en claxonneer op kruispunten en op plaatsen
waar het zicht wordt belemmerd. Start, stop, rijd, stuur en rem met beleid. Rem af bij bochten en op oneffen of gladde oppervlakten
waarop de palletwagen kan uitglijden of omslaan. Wees uiterst voorzichtig tijdens het rijden zonder last, aangezien het risico op oms-
laan dan groter is. Kijk altijd in de rijrichting. Zorg voor goed zicht. Rijd achteruit wanneer de lading het zicht ontneemt. Wees uiterst
voorzichtig bij het werken op hellingen - rijd langzaam en houd het stuur recht. Rijd met het hefsysteem hellingafwaarts gericht. Voor-
kom overbelasting van de palletwagen. Controleer het typeplaatje voor informatie over het draagvermogen en het zwaartepunt. Niet
geschikt voor ladingen die hoger zijn dan de achtersteun, tenzij de lading wordt vastgezet, zodat er niets achterover kan vallen. Voordat
een lading wordt geheven, moet deze worden gecentreerd. Verder moeten de vorken zich volledig onder de lading bevinden en moet
de lading zo ver mogelijk naar achteren liggen, d.w.z. tegen de achtersteun. Bij het verlaten van de palletwagen dient u de transmissie
in de neutrale stand te zetten, het hefsysteem te laten zakken en de wagen op de rem te zetten. Wanneer u de palletwagen onbeheerd
achterlaat, dient u ook de stroom uit te schakelen.
VORWORT
Vielen Dank, dass Sie sich für unseren Palettenhubwagen entschieden haben.
Dieses Handbuch befasst sich mit der Verwendung, dem Betrieb und der Wartung von Pa-
lettenhubwagen des Typs A170148 (EPT20-15HJ) - A170149 (EPT20-15ET). Die für den Betrieb
des Hubwagens verantwortliche Person muss das Handbuch vor der ersten Verwendung des
Hubwagens sorgfältig durchlesen. Wir behalten uns das Recht vor, den Hubwagen zu jedem be-
liebigen Zeitpunkt anzupassen. Daher kann es vorkommen, dass Ihr Produkt von der Beschreibung
im vorliegenden Handbuch abweicht. Bei Fragen wenden Sie sich bitte an die Vertriebsabteilung
oder an Ihren Händler.
WARNUNG
BEACHTEN SIE DIE FOLGENDEN SICHERHEITSHINWEISE, UM DIE VERLETZUNGS-
GEFAHR FÜR SIE SELBST UND FÜR ANDERE ZU VERMEIDEN
Diese Hubwagen können eine Gefahr darstellen, wenn keine regelmäßige Wartung erfolgt. Sorgen
Sie deshalb für passende Wartungseinrichtungen, geschultes Personal und entsprechende Standar-
dabläufe.
Wartung und Inspektion müssen folgende Anforderungen erfüllen:
1. Für Wartung, Schmierung und Inspektion ist ein System einzurichten und zu beachten.
2. Wartung, Reparatur, Einstellung und Inspektion des Hubwagens sind qualifiziertem und autorisier-
tem Personal vorbehalten.
3. Beachten Sie Folgendes, wenn Sie den Hubwagen unbeaufsichtigt lassen:
- Stellen Sie den Hubwagen nicht an einem Gefälle ab.
- Senken Sie die Hubgabeln komplett ab.
- Bringen Sie den Schlüsselschalter in die Stellung „Aus" und ziehen Sie den Schlüssel ab.
4. Beachten Sie Folgendes, bevor Sie den Hubwagen in Betrieb nehmen:
- Stellen Sie sicher, dass Sie sich an der Position des Bedieners befinden.
- Bringen Sie den Richtungswahlschalter in die neutrale Stellung.
- Prüfen Sie vor der Verwendung des Hubwagens die Funktionen des Hubsystems, die Richtungss-
teuerung, die Geschwindigkeitssteuerung, die Warnvorrichtungen und die einwandfreie Funktion der
Bremsen.
5. Vermeiden Sie Brandgefahr, und stellen Sie sicher, dass Sie Zugriff auf die Brandschutzeinrichtungen
haben. Verwenden Sie keine offenen Flammen, um den Hebel zu kontrollieren oder um zu prüfen, ob
Elektrolyt-, Flüssigkeits- oder Öllecks vorhanden sind. Verwenden Sie zum Reinigen von Teilen keine
offenen Behälter mit Kraftstoff oder brennbaren Flüssigkeiten.
6. Bremsen, Lenk- und Steuermechanismen, Schutzvorrichtungen und Sicherheitseinrichtungen
müssen regelmäßig überprüft und in einwandfreiem Zustand gehalten werden.
7. Schilder und Aufkleber für Kapazität sowie für Betriebs- und Wartungsanleitungen
müssen lesbar gehalten werden.
8. Alle Teile der Hubmechanismen müssen überprüft und in betriebssicherem Zustand gehalten wer-
den.
9. Alle Hydrauliksysteme müssen regelmäßig überprüft und in ordnungsgemäßem Zustand gehalten
werden. Zylinder, Ventile und ähnliche Teile müssen überprüft werden, um sicherzustellen, dass keine
Abweichungen auftreten, die zu einer Gefahrensituation führen können.
10. Hubwagen müssen saubergehalten werden, um die Brandgefahr zu minimieren und lose oder
defekte Teile besser erkennen zu können.
11. Modifikationen und Ergänzungen, die die Kapazität und Sicherheit des Hubwagenbetriebs beein-
trächtigen, dürfen nur vom Kunden oder vom Bediener vorgenommen werden, wenn dafür eine vo-
rab beantragte, schriftliche Genehmigung des Herstellers vorliegt. Schilder und Aufkleber für Kapa-
zität, Betriebs- und Wartungsanleitungen müssen dann entsprechend geändert werden.
Model
Capaciteit
Vorkbreedte
Vorklengte
Batterijcapaciteit
Eigengewicht incl. batterij
Serienummer
A170149 (EPT20-15ET)
31