NL
4 Indicatie tankinhoud (afhankelijk van model)
Geeft in het kijkvenster het peil van de brandstof-
tank (afb. 7).
5 Rijrichtinghendel
Instellingen mogen alleen worden uitgevoerd als
de machine stilstaat. Druk hiervoor het rempedaal
helemaal in en houd het ingedrukt.
Vooruit = hendel op „F/
Vrijloop = hendel op
Achteruit = hendel op „R/ "
6 PTO-hendel
Met de PTO-hendel wordt het snijmechanisme
mechanisch in-en uitgeschakeld.
Snijmechanisme uitschakelen
= hendel uit uitsparing duwen en helemaal naar
achter trekken.
Schakel het snijmechanisme in
= hendel langzaam naar voren duwen en in de
uitsparing vergrendelen.
7 Contactslot (afhankelijk van model)
Contactslot
Afb. 5a
Starten: Sleutel naar rechts
draaien
, totdat de motor draait, daarna loslaten.
Sleutel staat op
.
Stoppen: Draai de sleutel naar links naar
Contactslot met OCR-functie (afhankelijk van
model)
Afb. 5b
Dit contactslot is met een OCR-functie (= ge-
bruikergecontroleerd maaien in achterwaartse
richting) uitgerust.
Starten: Sleutel naar rechts draaien
motor loopt en de sleutel vervolgens loslaten.
Sleutel staat op
het voorwaarts maaien mogelijk.
OCR-stand: Sleutel naar links van de normale
stand naar stand voor achteruitmaaien
draaien en de schakelaar (1) indrukken. De
controlelamp (2) brandt en geeft aan dat er nu
achteruit en vooruit met de machine kan worden
gemaaid.
Stoppen: Draai de sleutel naar links naar
8 Gashendel
Motortoerental traploos instellen.
Hoog motortoerental =
Laag motortoerental =
9 Choke (afhankelijk van uitvoering)
Voor het starten van een koude motor de choke
uittrekken (9a) of de gashendel in de stand
zetten.
10 Tankdop
Tanken.
11 Olievulopening
Olie bijvullen en oliepeil controleren.
12 Accu
13 Grasvanger
Maaigoed opnemen.
14 Uitwerpkanaal
Maaigoed naar grasopvangvoorziening leiden.
15 Blikjeshouder
46
"
„N"
.
, totdat de
(normale stand) en maakt
.
.
.
16 Aanhangvoorziening (afhankelijk van model)
Gebruik alleen bij verwijderde
grasopvangvoorziening mogelijk.
17 Vulpeilindicator (afhankelijk van model)
Bediening
Ook de aanwijzingen in het motor handboek
opvolgen!
Gevaar
Verwondingsgevaar
Personen, kinderen of dieren mogen zich bij het
maaien nooit in de buurt van de machine bevinden.
Ze kunnen gewond raken door naar buiten geslin-
gerde stenen en dergelijke.
Kinderen mogen de machine nooit bedienen.
Wees bijzonder voorzichtig bij achteruit maaien
(machines met OCR-schakelaar). Er mogen zich
geen personen in het werkbereik van de machine
bevinden.
Maak de grasvanger nooit leeg terwijl de messen
draaien.
Bij het leegmaken van de grasvanger kunt u of
kunnen anderen gewond raken door naar buiten
geslingerd maaigoed.
Bij het maaien op steile hellingen kan de machine
kantelen en u kunt gewond raken. Rijd nooit dwars
op de helling, maar alleen omhoog en omlaag.
Hellingen alleen met een neiging van maximaal 20
% berijden. Niet op de helling keren. Bij het maaien
van nat gras kan de machine wegglijden door ver-
minderde grip op de grond en kunt u vallen. Maai
alleen als het gras droog is.
Een te hoge snelheid leidt tot gevaar voor
ongevallen.
Houd voldoende afstand bij het maaien langs ran-
den, bijv. in de buurt van steile hellingen, onder
bomen of langs struiken en heggen.
Wees bijzonder voorzichtig als u bij het maaien
achteruit rijdt.
Controleer het terrein waar u de machine gebruikt
en verwijder alle voorwerpen die kunnen worden
meegenomen en weggeslingerd door de machine.
Als een voorwerp (bijv. een steen) door het mes
wordt geraakt of als de machine abnormaal begint
te trillen:
motor onmiddellijk uitzetten. Machine vóór verder
gebruik door een gespecialiseerde werkplaats op
(9b)
schade laten onderzoeken.
Ga bij sikkelmaaiers nooit voor de grasuitwerpope-
ningen staan.
Houd nooit uw handen of voeten tegen of onder
draaiende onderdelen.
De motor uitzetten de contactsleutel uit het contact
trekken en de bougiestekker lostrekken voor het
losmaken van blokkeringen of verwijderen van ver-
stoppingen in het uitwerpkanaal.
Gebruik de machine niet bij slechte weersomstan-
digheden of bij kans op bijv. regen of onweer.
Verstikkingsgevaar door koolmonoxide
Laat de verbrandingsmotor alleen buitenshuis lopen.
Bediening