Aansluiting en bediening
Waarschuwing
Lees de waarschuwingen en
deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door voordat u
de apparatuur aansluit en in
gebruik neemt en bewaar de
informatie eventueel voor
gebruik later.
Toegestane installatie
Netaansluiting
Sluit de machine op de juiste netvoeding aan. Lees
ook het typeplaatje (U
) aan de achterkant van de
1
machine.
0
l
1
Aansluiting van het beschermgas
De gasslang wordt aangesloten op het achterpaneel
van de stroombron, en verbonden met de
gasvoorziening met een gasdruk van 2-6 bar.
(Opmerking: sommige soorten drukregelaars vereisen
een uitgang gasdruk van meer dan 2 bar om optimaal
te functioneren).
Een/twee gascylinders kunnen geplaatst worden op de
flessendrager aan de achterkant van het onderstel.
Gasverbruik
Afhankelijk van het te lassen product, gassoort en
ontwerp van de lasnaad, zal het gasverbruik variëren
van 6-7 l/min bij lage ampèrage (<25A) tot 27 l/min bij
maximale ampèrage.
Materiaalverbruik
Materiaalverbruik (gewicht) kan worden geschat door
het product te berekenen van de lastijd (min), de
draaddoorvoersnelheid (m/min) en het gewicht per
meter van de gebruikte lasdraad.
Aansluiting laskabel bij MMA
De las- en aardkabel moeten worden aangesloten op
resp. de zitting + en - . Raadpleeg de instructies van de
electrodenleverancier bij het selecteren van polariteit.
2
2
3
9
6
8
7
4
5
1. Netaansluiting
2. Hoofdschakelaar
3. Aansluiting van het beschermgas
4. Aansluiting van de koelslangen
5. Aansluiting van de koelslangen
6. Aansluiting van de aardklem (MIG) of
de elektrodenhouder
7. Peilen van het koelvloeistofniveau
8. Bijvullen van de koelvloeistof
9. Aansluiting Afstandsbediening/RWF
Belangrijk!
Om, wanneer aardkabels en
lastoortsen aan de machine
worden aangesloten, schade aan
pluggen en kabels te voorkomen,
is een goed elektrisch contact
vereist. (zie tekening).
51
1
F
Power
F
F
GAS
2-6 bar
2