Opletten bij installatie
Installatie van voet
zie afbeeldingen
-
1
1. Bevestig de ISOFIX-geleiders aan de ISOFIX-verankeringspunten
van het voertuig (zie de handleiding van het voertuig).
ISOFIX-geleiders voorkomen dat het oppervlak van de autostoel
gescheurd wordt. Ze kunnen tevens de ISOFIX-aansluitingen
geleiden.
2. Vouw de steunvoet uit het opslagvak.
3. Verleng de ISOFIX-aansluitingen door op de ISOFIX-instelknop te
drukken terwijl u trekt aan de aansluiting.
4. Druk op de ISOFIX-instelknop om de ISOFIX-aansluitingen in te
stellen. Lijn de ISOFIX-aansluitingen uit met de ISOFIX-ankerpunten
en klik beide ISOFIX-aansluitingen in de ISOFIX-ankerpunten.
53
8
1
2
3
!
Zorg ervoor dat beide ISOFIX-aansluitingen stevig zijn bevestigd aan
de ISOFIX-ankerpunten van het voertuig. U moet twee klikken horen
en de kleuren van de indicatoren op beide ISOFIX-aansluitingen
moeten groen zijn.
!
Controleer of de voet goed vast zit door aan beide ISOFIX-
aansluitingen te trekken.
5. Nadat de voet op de autostoel is geplaatst, moet u de steunvoet tot
de vloer verlengen
brandt de steunvoetindicator groen. Rood wordt getoond indien
onjuist geïnstalleerd.
!
De steunvoet heeft meerdere standen. Als de steunvoetindicator
rood is, betekent dit dat de steunvoet in de verkeerde stand staat.
!
Zorg ervoor dat de steunvoet volledig in contact is met de vloer van
het voertuig.
!
Knijp de instelknop van de steunvoet in en kort de steunvoet in naar
boven.
6. De volledig gemonteerde voet is afgebeeld als
!
De ISOFIX-aansluitingen worden aangesloten en vergrendeld in de
ISOFIX-ankerpunten.
!
De steunvoet moet goed zijn geplaatst en de indicator moet groen
zijn.
5
De
De voet verwijderen
7. Om de voet te verwijderen van de autostoel, drukt u eerst op de
secundaire vergrendelingsknoppen
ISOFIX-ontgrendelknoppen
voordat u de voet verwijdert van de autostoel.
8. Voor transport drukt u op de ISOFIX-instelknop en beweegt u de
ISOFIX-aansluitingen terug in de opslagpositie.
4
-1
4
. Wanneer de steunvoet juist is geïnstalleerd,
5
-2
5
5
-1
-1
6
-2
7
-2
op de ISOFIX-aansluitingen
7
.
6
-1
en vervolgens op de
7
8
54