Werkzaamheden met automatisch waterpassen
(„ON")
Na het inschakelen controleert het meetgereedschap
de horizontale of verticale positie en compenseert het
oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van
± 5°automatisch.
Als het meetgereedschap na het inschakelen of na
een positieverandering meer dan 5° scheef staat, is
waterpassen niet meer mogelijk. De rotor wordt
gestopt en de laser wordt uitgeschakeld. Als de hel-
ling langs de Y-as te groot is, wordt in het display
„ERROR/Y TOO STEEP" (fout/Y-as te steil) weer-
gegeven. Als de helling langs de X-as te groot is,
wordt in het display „ERROR/X TOO STEEP"
(fout/X-as te steil) weergegeven.
Schakel in dit geval het meetgereedschap uit, richt het
opnieuw en schakel het weer in. Als het meetgereed-
schap niet opnieuw wordt gepositioneerd, wordt het
na 2 minuten automatisch uitgeschakeld.
Als het meetgereedschap waterpas is gesteld, con-
troleert het voortdurend de horizontale resp. verticale
stand. Bij positieveranderingen wordt er automatisch
opnieuw waterpas gesteld. Kan het meetgereed-
schap niet binnen 3 seconden automatisch waterpas
worden gesteld, wordt de rotor gestopt ter voorko-
ming van foutieve metingen tijdens het waterpassen.
De laser knippert. De schokwaarschuwingsfunctie
blijft actief.
Werkzaamheden zonder automatisch
waterpassen („OFF")
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, wordt
het waterpassen van de assen niet meer bewaakt.
Ook de schokwaarschuwingsfunctie is uitgeschakeld.
Positieveranderingen van het meetgereed-
schap worden niet herkend als automatisch
nivelleren is uitgeschakeld.
Zodra in de horizontale stand voor één as een helling
is ingesteld, wordt automatisch waterpassen onafhan-
kelijk van de gekozen instelling automatisch uitge-
schakeld.
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kan
het meetgereedschap in een willekeurige schuine
stand worden neergezet. Met de hellingplaat (toebe-
horen) kan het meetgereedschap in de horizontale
stand ook in een grotere hoek dan 10 % langs een as
in een nauwkeurige helling worden gezet.
Hellingsinstelling in horizontale
stand
In de horizontale stand van het meetgereedschap kun-
nen voor beide assen onafhankelijk van elkaar hellin-
gen tot ± 10 % nauwkeurig worden ingesteld.
Na het inschakelen in de hori-
zontale stand verschijnt in het
display het menu voor de in-
stelling van de helling. Als u
98 | Nederlands
All manuals and user guides at all-guides.com
opnieuw naar het hellingmenu wilt gaan, bijvoorbeeld
na een wisseling van functie, drukt u zo vaak op de
functiewisseltoets 7 tot in het display „SELECT/
GRADE" (keuze/helling) verschijnt. Druk vervolgens
op de linker keuzetoets 8.
Door het kort indrukken van de functiewisseltoets 7
kiest u de as waarvoor de helling moet worden inge-
steld. De gekozen as wordt aangegeven door „>".
Stel met keuzetoets 8 boven „+" of keuzetoets 4 bo-
ven „ – " de gewenste hellingwaarde in. Als u het hel-
lingmenu wilt verlaten, drukt u de functiewisseltoets 7
5 seconden lang in.
De ingestelde hellingwaarden worden bij het uitscha-
kelen van het meetgereedschap opgeslagen. Als u
het rotatievlak waterpas wilt uitrichten, stelt u beide
hellingwaarden weer in op 0.00 %.
De maximale helling van 10 % kan alleen worden
bereikt als het meetgereedschap nauwkeurig water-
pas staat. Bij een schuine stand wordt de maximale
hellinghoek verminderd met de hoek van de schuine
stand. Als de ingestelde hellinghoek niet kan worden
bereikt, verschijnt in het display „ERROR/GD TOO
STEEP" (fout/gradeninstelling te steil).
Schakel in dit geval het meetgereedschap uit, richt het
opnieuw en schakel het weer in. Als het meetgereed-
schap niet opnieuw wordt gepositioneerd, wordt het
na 2 minuten automatisch uitgeschakeld.
Voor een zo groot mogelijke nauwkeurigheid bij hel-
lingwerkzaamheden moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
– Plaats het meetgereedschap zo veel mogelijk
– Automatisch waterpassen is bij hellende assen
– Bij een helling in slechts één as kan de schokwaar-
– Bij helling van van beide assen wordt de
– Na positieveranderingen van het meetgereed-
Hellingen in slechts één as moeten aan de Y-as wor-
den ingesteld, aangezien het meetgereedschap met
de richtindicaties 12 langs deze as gemakkelijker kan
worden uitgericht.
waterpas voordat u het inschakelt of een helling
instelt.
automatisch uitgeschakeld.
schuwingsfunctie voor de tweede as worden inge-
schakeld. De schokwaarschuwingsfunctie wordt bij
elke wijziging van de hellingwaarde gedurende ca.
30 seconden gedeactiveerd. Als de schokwaar-
schuwing door positieveranderingen wordt veroor-
zaakt, wordt het rotatievlak na het waterpassen
overeenkomstig de opgeslagen waarde weer nauw-
keurig in een helling geplaatst.
schokwaarschuwingsfunctie automatisch gedeac-
tiveerd. Positiewijzigingen van het meetgereed-
schap worden niet herkend.
schap bij helling van beide assen resp. uitgescha-
kelde schokwaarschuwingsfunctie schakelt u het
meetgereedschap uit en weer in. Na het inschake-
len wordt het rotatievlak eerst waterpas gezet
voordat het met de opgeslagen waarden weer
nauwkeurig in een helling wordt gezet.
2 610 A15 112 • 12.8.09