5. BEDIENING
De programma's 1–7 in CEFAR PERISTIM PRO dienen te worden gebruikt met de vaginale en/of anale
sonde en de programma's 8–9 met elektroden. De programma's 10-12 kunnen op verschillende manie-
ren worden afgesteld om tegemoet te kunnen komen aan persoonlijke behoeften en dienen slechts te
worden gebruikt wanneer uw arts dit aanbeveelt.
1. PLAATS DE BATTERIJEN
Plaats de batterijen (zie hoofdstuk BATTERIJEN VERVANGEN).
2. ELEKTRODEN/PLAATS DE SONDES
A. 1. Sluit de elektroden
aan op de kabel(s).
A 2. P8–P9: Bevestig
de elektroden op uw
lichaam
A 3. Sluit de kabel(s)
aan op de CEFAR
PERISTIM PRO.
B. 1. Sluit de elek-
troden aan op de
kabel(s).
B 2. P1–P7: Breng de
vaginale sonde en/of
anale sonde in.
B 3. Sluit de kabel(s)
aan op de CEFAR
PERISTIM PRO.
163