4. Druk op de PROGRAMMERINGS-/BEVESTIGINGS-knop
tigen. U bevindt zich nu in de volgende fase van de programmaprocedure (zie het programmerings-
overzicht).
170
5. Een vooraf ingestelde waarde wordt op het scherm getoond, maar u kunt deze veranderen door op
de TOENAME- (OF AFNAME)-knop
wordt in het programmeringsoverzicht getoond.
6. Druk op de PROGRAMMERINGS-/BEVESTIGINGS-knop
bevindt zich nu in de volgende fase (indien van toepassing) van de programmaprocedure (zie het
programmeringsoverzicht).
7. Herhaal stap 5 en 6 totdat de waarde in de laatste fase is ingesteld.
8. De programmeringsprocedure is voltooid en u zult automatisch de programmeringsmodus verlaten.
Het nieuwe programma is nu geselecteerd en klaar voor gebruik. Het programma is opgeslagen
voor toekomstig gebruik.
Een persoonlijk programma kan worden veranderd door de programmering nogmaals te doen.
PROGRAMMERINGSOVERZICHT
2–5 Hz
Burst
CEFAR PERISTIM PRO
Continu
(C)
Frequentie
Vooraf ingesteld: 80 Hz
Bereik: 2–120 Hz
6–120 Hz
Pulsduur
Vooraf ingesteld: 180 µs
Bereik: 50–300 µs
AUTO
AUTO
om uw stimulatietype te beves-
S
P
te drukken. Het geldige bereik voor deze waarde
AUTO
AUTO
om uw instelling te bevestigen. U
P
S
AUTO
AUTO
P
S
Programmering
P10, P11, P12
Intermitterende
Vooraf ingesteld: 180 µs
Bereik: 50–300 µs
Frequentie
Vooraf ingesteld: 10 Hz
Bereik: 5–100 Hz
Stimulatietijd
Vooraf ingesteld: 5 s
Bereik: 1–20 s
Vooraf ingesteld: 10 s
Bereik: 1–30 s
(I)
Pulsduur
Rusttijd