Verklarende Woordenlijst - Nanosonics trophon 2 Manual Del Usuario

VERKLARENDE WOORDENLIJST

AcuTrace
®
De RFID-technologie die het trophon2-apparaat en bijbehorende producten gebruiken als onderdeel
van het desinfectie-opspoorbaarheidssysteem.
Snoerklem
Mechanisme boven aan de trophon-kamer dat de sonde vastklemt en op zijn plaats houdt tijdens het
HLD-proces.
Cartridge
De houder met het desinfectiemiddel die in het trophon2-apparaat wordt geplaatst.
Chemische indicator
Een verbruiksonderdeel dat de juiste concentratie van het desinfectiemiddel detecteert en aangeeft
tijdens een cyclus om een correct HLD-proces te garanderen.
Desinfectiemiddel
De verbruiksvloeistof in de cartridge die het trophon2-apparaat gebruikt om het HLD-proces uit te
voeren.
Snoerpakking
Een afdichtingsmechanisme boven aan de trophon2-kamer (onder de snoerklem) dat voorkomt dat
desinfectiemiddel uit de kamer lekt.
High-level desinfectie (HLD)
Een proces dat alle microbiële ziekteverwekkers inactiveert, behalve grote aantallen bacteriële
endosporen.
Gebruiksaanwijzing (IFU)
Instructies voor aanbevolen gebruik van het product.
Integrated Probe Positioner (IPP)
Mechanisme in de trophon2-kamer dat helpt om sondes correct te plaatsen tijdens het HLD-proces.
Minimale effectieve concentratie (MEC)
De minimale concentratie van het desinfectiemiddel die is vereist voor het HLD-proces.
Zuiveringscyclus
Het proces waarbij al het desinfectiemiddel uit het trophon2-systeem wordt verwijderd.
RFID
Radiofrequentie-identificatie
Veiligheidsinformatieblad (SDS)
Een overzicht van de potentiële gezondheidsrisico's die een gevaarlijke chemische stof inhoudt en de
veilige werkprocedures die nodig zijn om deze risico's te beperken.
Gebruikersinterface (UI)
De door de mens gestuurde interactie met software of het apparaat.
Lijst van compatibele echoscopiesondes
Een lijst met sondes die door Nanosonics, in samenwerking met de originele sondefabrikanten (OEM's),
zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in het trophon2-apparaat.
152
L03082 1.0 09/2021