De gateway moet hiervoor met het internet verbonden zijn, de communicatie tus-
sen de HOOP-gateway en de app gebeurt d.m.v. een internetverbinding (zie fig.10).
al de informatie betreffende de installatie en de werking worden ook opgesla-
gen op de server cloud
SECURITY MODE
Werkwijze geschikt voor meer complexe situaties zoals flatgebouwen of bedri-
jven waar men toegangsregels wenst toe te wijzen voor specifieke apparaten
en/of periodes.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen Master-gebruikers (zonder beperkingen) en
Slave-gebruikers (met beperkingen). De eerste gebruiker die de installatieprocedure
van de gateway voltooit, verwerft de rol van systeembeheerder ("Super Master").
Alle geavanceerde programmafuncties zijn beschikbaar.
De gateway moet hiervoor met het internet verbonden zijn, de communicatie tus-
sen de HOOP-gateway en de app gebeurt d.m.v. een internetverbinding (zie fig.10).
al de informatie betreffende de installatie en de werking worden ook opgesla-
gen op de server cloud.
OFFLINE MODE
Werkwijze geschikt voor geïsoleerde situaties waarin de gateway niet over een in-
ternetverbinding beschikt.
Alle gebruikers hebben dezelfde rechten. De programmafuncties zijn beperkt omdat
geen internetverbinding mogelijk is, de communicatie tussen de HOOP-gateway en
de app gebeurt d.m.v. het lokale net (zie fig.9).
Uitsluitend de associatie van het serienummer van de gateway met de gebruiker-
saccount of account van de installateur wordt op de server cloud opgeslagen*. Geen
enkel gegeven i.v.m. de configuratie of de werking.
(*) Enkel wanneer uw smartphone erin slaagt zich met het internet te verbinden.
GEBRUIK VAN HET SYSTEEM:
Na de configuratie kan het systeem via de Be-
MOVE-app worden gebruikt. Nadat de gebruiker zich
heeft aangemeld, krijgt hij toegang tot de startpagina
waar de grijze lijnen de gateways en de witte de geas-
socieerde apparaten identificeren. Druk op de naam
van het apparaat om het commando te verzenden.
Als het apparaat bidirectioneel is (alleen 868 MHz of
aan de gateway gekabeld), verschijnt er een punt aan
de rechterkant van het scherm, na de naam: grijs punt
geeft aan dat de status is gesloten/uit is; geelpunt
geeft aan dat de staat open/aan is; grijs punt met uitroepteken geeft aan dat het
apparaat niet bereikbaar is. De tijd die het systeem nodig heeft om de wijziging
van de status van het apparaat te melden, is afhankelijk van de bedrijfstijd van
de automatisering en de snelheid van de gegevensoverdracht via het internet of
lokaal netwerk.
De instellingen zowel van de gateways als van de apparaten kunnen worden gewi-
jzigd met de toets aan het begin van elke regel
Tijdens het gebruik biedt de app d.m.v. pop-up berichten nauwkeurige feedback
aan de gebruiker.
Afhankelijk van de werkwijze ingesteld voor de geselecteerde gateway, biedt het
lateraal menu geavanceerde programmeerfuncties.
FM
.
95