Publicidad
steld is op 22 uur (of 10,5 uur voor 9 V-batterijen), waar-
na het opladen overschakelt op de onderhoudsmodus.
• Het heeft ook kortsluitings-, omgekeerde polariteits-,
overspannings- en onderspanningsbeveiligingsfuncties
die zowel de batterij als de oplader beschermen tegen
beschadiging.
Voeding
Voor voeding met de nieuwste adapters is de oplader uit-
gerust met een USB-C-connector (zie afb. 2). Gebruik voor
de voeding van de oplader indien mogelijk altijd een voe-
dingsbron met een snelheid van minimaal 10 W (5 V/2 A).
Dit zorgt voor een optimale werking van de lader.
Overal opladen
In de verpakking wordt een Met de meegeleverde USB-A
naar USB-C-kabel meegeleverd (zie afb. 2). Deze maakt
voeding overal mogelijk van elk apparaat, die voorzien is
van een USB-A-voedingspoort.
Technologische parameters
Ingang: max. DC 5 V/2 A
Uitgang DC 1.2 V/0.5 A × 6 ±20 %
DC 9 V/0.03 A × 1 ±20 %
Bedrijfstemperatuur: +0 °C/40 °C
Opslagtemperatuur: -20 °C/80 °C
Bedieningshandleiding
Inbedrijfstelling
1. Steek de USB-C-connector (zie afb. 2) van de mee-
geleverde kabel in de USB-C-stekker van de oplader
(zie afb. 1).
2. Steek de USB-A-connector (zie afb. 2) van de bijgele-
verde kabel in de adapter of een ander apparaat dat de
oplader van stroom zal voorzien.
3. Zorg ervoor dat de adapter aangesloten is op het
netwerk of dat het apparaat voldoende stroom krijgt of
opgeladen is (bijv. laptop, powerbank, enz.).
4. Nadat de oplader is aangesloten, lichten alle op-
laad-LED's rood en vervolgens groen op. Tijdens dit
proces voert de oplader een zelfdetectie en controle
uit. Wanneer alle LED-oplaadindicatoren uit zijn, is de
oplader klaar om op te laden.
5. Plaats de oplaadbatterij op de juiste manier volgens de
richting die in elke sleuf is aangegeven, d.w.z. met de
pluspool (+) naar boven (zie afb. 1).
6. Nadat de batterij correct in de laadsleuf is geplaatst,
zal de LED-oplaadindicator rood oplichten en begint de
oplader met laden.
7. Als de batterij volledig is opgeladen, brandt de LED-op-
laadindicator constant groen.
Deponeer niet bij het huisvuil. Gebruik speciale inza-
melpunten voor gesorteerd afval. Neem contact op
met de lokale autoriteiten voor informatie over inza-
melpunten. Als de elektronische apparaten zouden worden
weggegooid op stortplaatsen kunnen gevaarlijke stoffen in
het grondwater terecht komen en vervolgens in de voed-
selketen, waar het de menselijke gezondheid kan beïnvloe-
den.
20
Publicidad
