Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar ze
ontstaan en voorkom dat ze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik geschikte toebehoren voor speciale
werkzaamheden. Daardoor komen slechts weinig
deeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de afvoerluchtstroom
van de machine niet op de gebruiker zelf of
omstanders of op neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en schoon te
houden door te stofzuigen. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 M-Quick-spanmoer *
2 Steunflens *
3 Spindel
4 Asvergrendelingsknop
5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen *
6 Handgreep
7 Stelknop voor de toerentalinstelling *
8 Drukschakelaar *
9 Inschakelblokkering *
10 Extra greep
11 Beschermkap
12 Tweegaatsmoer *
13 Tweegaatssleutel *
14 Spanmoer (zonder gereedschap) *
15 Beugel voor het handmatig aantrekken/
losdraaien van de spanmoer (zonder
gereedschap) *
16 Spanschroef *
17 Spanring *
18 Hendel voor bevestiging van de beschermkap *
* afhankelijk van het model/niet meegeleverd
6. Ingebruikneming
Vergelijk voor de ingebruikname of de op het
typeplaatje aangegeven spanning
overeenkomt met de netspanning.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. inschakelstroom van 30 mA
voor de machine.
6.1
Extra greep aanbrengen
Werk uitsluitend wanneer de extra greep (10)
is aangebracht! Schroef de extra greep stevig
in aan de linker- of rechterkant van de machine.
6.2
Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend de voor het betreffende
inzetgereedschap bestemde beschermkap! De
verkeerde beschermkap kan verlies van controle en
ernstig letsel tot gevolg hebben. Zie ook hoofdstuk
11. Toebehoren!
W 750-100, W 750-115, W 750-125, W 850-100,
W 850-115, W 850-125, WP 850-115, WP 850-
125, WEV 850-115, WEV 850-125, W 900-115, W
1100-115, W 1100-125 :
Zie pagina 2, afbeelding C.
- Spanschroef (16) losdraaien, zodat de spanring
van de (17) beschermkap voldoende uitzet.
- Breng de beschermkap (11) aan in de
weergegeven positie.
- Draai de beschermkap zodanig dat het gesloten
gebied naar de gebruiker wijst.
- Draai de spanschroef (16) goed vast. Controleer
of de beschermkap (11) vastzit, hij mag niet
verdraaid kunnen raken.
WP 1100-115, WQ 1100-125, WEQ 1400-125:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- Houd de hendel (18) ingedrukt. Breng de
beschermkap (11) aan in de weergegeven positie.
- Laar de hendel los en draai de beschermkap,
totdat de hendel vast klikt.
- Druk de hendel in en draai aan de beschermkap
totdat het gesloten deel naar de gebruiker wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: deze
moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag
niet kunnen worden gedraaid.
7. Slijpschijf aanbrengen
Voor alle ombouwwerkzaamheden: haal de
stekker uit het stopcontact. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
Gebruik voor het werken met doorslijpschijven
uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Toebehoren).
7.1
Spindel vastzetten
- Spindelvergrendelingsknop (4) indrukken en
spindel (3) met de hand draaien totdat de
spindelvastzetknop voelbaar vast klikt.
7.2
Slijpschijf plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
- Plaats de steunflens (2) op de spindel. Deze is op
de juiste wijze aangebracht als hij niet op de
spindel verdraaid kan raken.
Alleen de W ... -100: schroef de steunflens met
behulp van de tweegaatssleutel zodanig op de
spindel dat de kleine kraag (met diameter 16 mm)
naar boven wijst.
- Plaats de slijpschijf op de steunflens (2). De
slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
NEDERLANDS nl
Gebruik uitsluitend
inzetgereedschap waarover
de beschermkap tenminste
3,4 mm uitsteekt.
33