tener información sobre los puntos de recogida. Si los dispositivos
electrónicos se eliminan en un vertedero, las sustancias peligrosas
pueden llegar a las aguas subterráneas y, por consiguiente, a los
alimentos en la cadena, donde podría afectar a la salud humana.
NL | Oplegthermostaat
Eigenschappen
• oplegthermostaat met display gemonteerd op het oppervlak
van de buisleiding;
• eenvoudige bevestiging door middel van een trekveer;
• temperatuurbereik 5–80 °C, resolutie 0,1 °C;
• eenvoudige elektrische aansluiting met behulp van schroefloze
klemmen.
Technische informatie
Schakelbelasting: max. 230 V AC; 5 A voor resistieve belasting;
1,5 A voor inductieve belasting
Voeding: 230 V AC
Temperatuurcontrolebereik: 5–80 °C
Temperatuurmeting: 5 °C tot 80 °C met resolutie van 0,1 °C;
nauwkeurigheid ±1,5 °C
Temperatuurinstelling: 5 °C tot 80 °C in stappen van 0,1 °C
Spreiding van de ingestelde temperatuur: 0,1 °C tot 15 °C met
resolutie van 0,1 °C
Dekking: IP40
Beschrijving van de termostaat
(zie afb. 1)
1 – LED schakelingsindicatie
2 – display
3 – Pijl omhoog (waarde verhogen)
4 – pijl omlaag (waarde verlagen)
5 – Aan/uit/Functie-instellingstoets
6 – schroeven
7 – temperatuursensor
Montage
1. Plaats de thermostaat op het oppervlak van de buisleiding stevig
tegen de verwarmingsbuis en zet hem vast met de bijgeleverde
trekveer, zodat de thermostaat (temperatuursensor) direct op
de buis zit. (Voordat de sensor wordt bevestigd, moet eventuele
isolatie op de installatieplaats worden verwijderd. Voor een
nauwkeurigere temperatuurmeting wordt aanbevolen een
warmtegeleidende pasta te gebruiken en van het contactop-
pervlak vuil te verwijderen.)
2. Het overtollige deel van de veer kan worden afgesneden.
Elektrische aansluiting
1. Draai de 2 schroeven op het voordeksel van de thermostaat los.
2. Verwijder voorzichtig het voordeksel.
3. Sluit aan volgens het volgende schema (zie afb. 2):
Pump – pomp
Power – voeding 230 V
Jump – koppeling
PE – beschermende geleider voor bescherming tegen elektri-
sche schokken
4. De thermostaat heeft schroefloze verbindingen voor de
geleiders. Duw met een schroevendraaier naar beneden op de
bovenste plastic connector, het klemcontact komt vrij, steek
de draad erin. Sluit op deze manier alle noodzakelijke draden
correct aan. Schroef de schroeven er weer in.
De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een professi-
onele loodgieter, overeenkomstig het aansluitplan. Bovendien moet
de installatie ook voldoen aan de thans geldende richtlijnen en de
specificaties van uw energieleverancier. De installatie moet altijd
worden uitgevoerd met uitgeschakelde stroomvoorziening; moeten de
veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. De in de technische
gegevens aangegeven maximale schakelstroom in acht nemen! Wij
aanvaarden geen aansprakelijkheid voor onvakkundige installatie.
Inbedrijfstelling
Maak de juiste verbinding tussen de thermostaat en de pomp.
Sluit de thermostaat aan op een 230 V spanningsbron.
Druk kort op de toets
.
Op het display knipperen de momenteel ingestelde modus en de
verwarmings-/koelingsmodus (bijv: F1/C1).
De huidige gemeten temperatuur wordt dan weergegeven.
Temperatuurinstelling
Om de gewenste temperatuur in te stellen, drukt u herhaaldelijk op
de pijl omhoog
/omlaag
.
Houd de pijl ingedrukt om sneller vooruit te gaan.
Nadat u de gewenste waarde heeft ingesteld, wacht u enkele secon-
den; de waarde wordt dan automatisch opgeslagen.
Het display toont dan automatisch de huidige gemeten temperatuur.
Om de ingestelde temperatuur terug te zien, drukt u 1 keer op de
pijl omhoog of omlaag.
Voorbeeld: Wanneer u 50 °C instelt, drukt u 1× op de pijl omhoog of
omlaag. Op het display verschijnt C 50.0.
Kiezen van de verwarmings- of koelingsmodus
Om de instelling te openen, drukt u lang op de pijl omlaag
gedurende ongeveer 3 seconden.
Gebruik de pijltjestoetsen om de verwarmingsmodus (display toont
C1) of de koelmodus (display toont C2) te selecteren.
Nadat u de gewenste waarde heeft ingesteld, wacht u enkele secon-
den; de waarde wordt dan automatisch opgeslagen.
Het display toont dan automatisch de huidige gemeten temperatuur.
Verschillen in de koelmodus:
Voor de koelfunctie is de omschakeling omgekeerd: De thermostaat
schakelt het systeem, als de gemeten temperatuur hoger is dan de
ingestelde temperatuur.
Temperatuurspreiding
Spreiding (hysterese) is het temperatuurverschil tussen de tempera-
tuur bij inschakeling en uitschakeling.
Als u de temperatuur in het verwarmingsregime bijvoorbeeld instelt op
42,5 °C en de spreiding op 2,5 °C, zal de thermostaat beginnen te wer-
ken wanneer de gemeten temperatuur daalt tot 40 °C en uitschakelen
28