3.
Houd het elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde
oppervlak
wanneer
u
werkt
accessoire met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer
het accessoire in aanraking komt met onder
spanning
staande
geïsoleerde metalen delen van het gereedschap
onder spanning komen te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
Veiligheidsinstructies bij gebruik van lange boorbits
in boorhamers
1.
Begin altijd te boren op een laag toerental en
terwijl de punt van het bit contact maakt met het
werkstuk. Op een hoger toerental zal het bit
waarschijnlijk verbuigen als het vrij ronddraait
zonder
contact
persoonlijk letsel kan ontstaan.
2.
Oefen alleen druk uit in een rechte lijn met het bit
en oefen geen buitensporige druk uit. Bits
kunnen verbuigen, waardoor ze kunnen breken of u
de controle kunt verliezen, met persoonlijk letsel tot
gevolg.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
1.
Draag een helm (veiligheidshelm), veiligheidsbril
en/of spatscherm. Een gewone bril of een
zonnebril is GEEN veiligheidsbril. Het wordt
tevens sterk aanbevolen een stofmasker en dik
gevoerde handschoenen te dragen.
2.
Controleer of het bit stevig op zijn plaats zit
voordat u het gereedschap gebruikt.
3.
Bij normale bediening behoort het gereedschap
te trillen. De schroeven kunnen gemakkelijk
losraken, waardoor een defect of ongeval kan
ontstaan. Controleer of de schroeven goed zijn
aangedraaid,
alvorens
gebruiken.
4.
In koude weersomstandigheden of wanneer het
gereedschap gedurende een lange tijd niet is
gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen
door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal
de smering worden verbeterd. Zonder degelijk
opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn.
5.
Zorg ook altijd dat u stevig op een solide bodem
staat. Let bij het werken op hoge plaatsen op dat
er zich niemand recht onder u bevindt.
6.
Houd het gereedschap stevig met beide handen
vast.
7.
Houd uw handen uit de buurt van bewegende
delen.
8.
Laat het gereedschap niet draaiend achter.
Schakel het gereedschap alleen in wanneer u het
stevig vasthoudt.
9.
Richt het gereedschap niet op iemand in de
buurt terwijl het is ingeschakeld. Het bit zou eruit
kunnen vliegen en iemand ernstig verwonden.
10. Raak het bit, onderdelen in de buurt van het bit
en het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik
aan.
Zij
kunnen
brandwonden op uw huid veroorzaken.
van
de
handgrepen
op
plaatsen
waar
draden,
zullen
de
met
het
werkstuk,
het
gereedschap
bijzonder
heet
11. Bepaalde materialen kunnen giftige chemicaliën
bevatten. Vermijd contact met uw huid en zorg
het
dat
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van het
materiaal.
12. Raak de stekker niet met natte handen aan.
niet-
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig
veiligheidsvoorschriften
gereedschap
GEBRUIK
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstig letsel.
waardoor
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Aan- en uit-knoppen (Fig. 1)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de
"UIT"-stand nadat deze is losgelaten.
• De schakelaar kan in de "AAN"-stand vergrendeld
worden, hetgeen bij langdurig gebruik comfortabeler
werkt. Wees extra voorzichtig wanneer u de schakelaar
in
de
te
gereedschap altijd stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar
gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent
op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los
om het gereedschap te stoppen. Om het gereedschap
continu te laten werken, knijpt u eerst de aan/uit-
schakelaar in, drukt u daarna de vergrendelknop in, en
laat u tenslotte de aan/uit-schakelaar los. Om vanuit de
vergrendelde werking het gereedschap te stoppen, knijpt
u de aan/uit-schakelaar helemaal in en laat u deze
vervolgens weer los.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
• Controleer
gereedschap te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan
beschadigd.
• Als de aan/uit-schakelaar niet kan worden ingeknepen,
zijn
en
controleert u dat de omkeerschakelaar helemaal naar
de stand
gezet.
u
geen
stof
inademt.
gebruik)
en
van
altijd
strikt
in
of
het
niet
naleven
"AAN"-stand
vergrendelt
in.
De
draaisnelheid
altijd
de
draairichting
het gereedschap worden
(kant A) of naar de stand
Volg
de
neem
alle
het
betreffende
acht.
VERKEERD
van
de
en
houd
het
van
het
alvorens
het
(kant B) is
21