3.3
Lassen met beklede elektroden
− Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat en sluit de laskabels aan volgens de door de fabrikant van de gebru-
ikte elektroden voorgeschreven polariteit. ZEER BELANGRIJK: Sluit de klem van de werkstukkabel zo aan dat een
goed contact ontstaat voor een correcte werking van de machine en om een spanningsval bij het te lassen stuk
te voorkomen.
− Raak nooit tegelijkertijd de toorts of de elektrodehouder en de massaklem aan.
− Schakel de machine in met de schakelaar P.
− Druk op de knop E tot de led F gaat branden.
− Regel de stroom op basis van de elektrodediameter, de laspositie en de aan te brengen las.
− Regel ook de hot-start met de knop A (aanbevolen 15) en de arc-force met de knop C (aanbevolen 30 voor basi-
sche elektroden).
− Schakel na beëindiging van het lassen altijd de machine uit en verwijder de elektrode uit de elektrodehouder.
3.4
TIG-lassen
− Deze lasmachine is geschikt voor TIG-lassen: roestvrij staal, ijzer en koper.
− Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat.
− Sluit de connector van de massakabel op de positieve (+) pool van de lasmachine aan en sluit de klem van de
werkstukkabel zo dicht mogelijk bij de las aan.
− Sluit de vermogensconnector van de TIG-lastoorts aan op de negatieve (-) pool van de lasmachine.
− Sluit de gasleiding aan op de uitgang van het reduceerventiel van de argonfles.
− Gebruik een 2 % gethoreerde wolfraamelektrode (rode band).
− Raak niet gelijktijdig de elektrode en de massaklem aan.
− Schakel de machine in met de schakelaar P.
− Stel met de knop E continu of pulserend TIG-lassen in.
− Ontsteek door contact de boog, met een vastberaden en snelle beweging.
Na beëindiging van het lassen, moet de machine worden uitgeschakeld en de gasflesklep worden gesloten.
3.4.1
Klaarmaken van de elektrode
Slijp de elektrodepunt zo dat die een verticale groef heeft, zoals aangegeven in de afbeelding.
− Gebruik een harde, fijnkorrelige slijpschijf die uitsluitend voor het slijpen van de elektrode wordt gebruikt.
− Pas op voor metalen deeltjes.
4
ACCESSOIRES
Deze lasmachine kan worden gebruikt met de volgende accessoires:
♦
Art. 187 + verlenging art. 1192. Voor de lasstroomregeling bij elektrodelassen.
♦
Art. 1284.05
♦
Art. 1286.05
♦
Art. 1653
♦
Art. 1656
5
ONDERHOUD
Het onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd in overeenstemming met de norm
IEC 26-29 (IEC 60974-4).
70/72
Houder + massa 35 mm2 voor elektrodelassen (art. 514).
Houder + massa 50 mm2 voor elektrodelassen (art. 519).
Transportwagen (art. 514).
Transportwagen (art. 519).
3301035/B