Descargar Imprimir esta página

YATO YT-83037 Manual De Instrucciones página 60

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 46
NL
Sommige voertuigen hebben een geaarde pluspool van de accu. Zorg er in dit geval voor dat de met "i" gemerkte acculaderklem
verbonden is met de met "-" gemerkte accupool en dat de met "+" gemerkte acculaderklem verbonden is met de carrosserie van
het voertuig, niet met de accu en het brandstofsysteem.
Waarschuwing! Controleer de aardingsmethode van de accu in het voertuig voordat u de acculader op de accu aansluit.
Waarschuwing! Sluit de oplaadklem niet aan op de carburateur, brandstofl eidingen of dunne metalen onderdelen.
Waarschuwing! Het is verboden om de in het voertuig geïnstalleerde accu's op te laden terwijl de voertuigmotor draait.
Als een accu uit het voertuig is verwijderd, moet u ervoor zorgen dat de met "+" gemerkte oplaadklem is aangesloten op de
accuklem die met "+" gemerkt is en dat de oplaadklem gemarkeerd "-" is aangesloten op de accuklem gemarkeerd "-".
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
De acculader wordt gestart door op de schakelaar met de aanduiding ON/OFF te drukken. Wanneer de acculader in de standby-
modus staat, knippert het indicatielampje POWER (voeding). Het display in deze modus geeft geen indicatie.
De bedieningsmodus van de acculader kan worden gewijzigd met de knoppen van het bedieningspaneel.
Wanneer de accu wordt opgeladen, gaat het laadindicatielampje CHARGE (laden) branden en blijft het stroomindicatielampje
POWER (voeding) branden. Wanneer de accu wordt opgeladen, gaat het laadindicatielampje CHARGE (laden) branden en gaat
het indicatielampje FULL (vol) branden. Dit geeft aan dat het opladen is voltooid. Als de accu wordt opgeladen voor opslag, trek
de stekker van de acculader dan niet onmiddellijk uit het stopcontact. De acculader zal automatisch overgaan tot het onderhoud
van de accu, die zich voldoende voorbereidt op opslag voor een langere periode.
Door op de knop te drukken die wordt beschreven als VOLTAGE, wordt de huidige accuspanning op het scherm weergegeven.
Wanneer het opladen is voltooid, moet u eerst de stekker uit het stopcontact halen en vervolgens de aansluitingen van de
oplaadkabel loskoppelen.
Acculader bedrijfsmodi
12V/2A modus betekent het opladen van de accu met een stroom van maximaal 2 A. De modus wordt gestart door op de knop
gemarkeerd CURRENT (stroom) en het observeren van de indicatie van het display, die voor deze modus zichtbaar zal zijn als
02A. Deze werkingswijze is geschikt voor het opladen van accu's met een nominale spanning van 12 V en een capaciteit van 2
tot 40 Ah.
12V/6A modus betekent het opladen van de accu met een stroom van maximaal 6 A. De modus wordt gestart door op de knop
gemarkeerd CURRENT (stroom) en het observeren van de indicatie van het display, die voor deze modus zichtbaar zal zijn als
06A. Deze werkingswijze is geschikt voor het opladen van accu's met een nominale spanning van 12 V en een capaciteit van 14
tot 150 Ah.
12V/10A modus betekent het opladen van de accu met een stroom van maximaal 10 A. De modus wordt gestart door op de knop
gemarkeerd CURRENT (stroom) en het observeren van de indicatie van het display, die voor deze modus zichtbaar zal zijn als
10A. Deze werkingswijze is geschikt voor het opladen van accu's met een nominale spanning van 12 V en een capaciteit van 25
tot 200 Ah.
12V/15A modus betekent het opladen van de accu met een stroom van maximaal 15 A. De modus wordt gestart door op de knop
gemarkeerd CURRENT (stroom) en het observeren van de indicatie van het display, die voor deze modus zichtbaar zal zijn als
15A. Deze werkingswijze is geschikt voor het opladen van accu's met een nominale spanning van 12 V en een capaciteit van 30
tot 300 Ah.
Met de BOOST-MODUS kunt u de accu snel opladen gedurende 300 seconden (5 minuten). De modus wordt geactiveerd door
op de met BOOST gemerkte toets te drukken. Het lampje BOOST gaat branden en op het display verschijnt in eerste instantie
de FAS-indicatie.
In deze modus moet de accu in het voertuig worden geïnstalleerd. Na 300 seconden zal het display 000 tonen. Koppel de
acculader los van de stroomtoevoer, koppel hem vervolgens los van de accu en start de normale poging om het voertuig te
starten. Als het opstarten mislukt, wacht dan 15 minuten en herhaal de accuoplaadprocedure in de BOOST-MODUS. De meeste
voertuigen starten na de eerste lading in de BOOST-modus. Als de volgende opstarttest mislukt, stop dan met het opladen van
de accu in de BOOST-MODUS, vervang de accu door een nieuwe. De BOOST-MODUS mag niet meer dan tweemaal per 24 uur
worden gebruikt bij het opladen van dezelfde accu.
Met de VOEDINGSMODUS kan de acculader als gelijkstroomvoeding werken. De modus start elke keer als de accu niet op de
lader is aangesloten, op het display verschijnt P12. Als u deze modus moet overschakelen naar een van de oplaadmodi van de
accu, sluit u de accu aan op de aansluitingen van de acculader en drukt u tweemaal op de aan/UIT-knop. De modus wordt gebruikt
voor het voeden van apparaten met een nominale spanning van 12 V. In deze modus levert de acculader op de aansluitklemmen
13,6 V, en de stroom die zal stromen na het sluiten van het circuit heeft een stroom van 7 A. De modus kan worden gebruikt
om de computer van het voertuig te voeden tijdens, bijvoorbeeld, het vervangen van de accu. Voordat u deze modus gebruikt
om apparaten te voeden, moet u ervoor zorgen dat deze op deze manier kunnen worden ingeschakeld, bijvoorbeeld door de
handleiding van het apparaat te raadplegen of contact op te nemen met de fabrikant.
ERROR-indicatielampje (fout)
Het ERROR-INDICATIELAMPJE wordt gebruikt om fouten of een onjuiste werking van de acculader aan te geven. Als het
lampje brandt, controleer dan of het niet is gebeurd om de volgende redenen: te lage accuspanning, onjuiste aansluiting van de
aansluitklemmen op de acculader op de accu, overbelasting. Als het ERROR-indicatielampje brandt en u hoort een zoemer, is de
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
60

Publicidad

loading