• Zorg dat de kleding van de gebruiker geen
haken, lussen, trekkoorden of iets wat kan
blijven haken in het safety net heeft.
• Bevestig niets aan het safety net wat niet
een door BERG goedgekeurd accessoire of
onderdeel van het safety net is.
• Gebruik de palen van het safety net niet om in
te klimmen.
• Gebruik alleen de ingang van het safety net om
op de trampoline te komen of er van af te gaan.
• Houdt vuur weg van het safety net.
• Het net moet iedere 5 jaar vervangen worden
(of eerder bij verlies van functionaliteit).
• Wij raden u aan om bij sterke wind en
windvlagen het safety net voorafgaand aan
deze omstandigheden te demonteren.
Informatie
Gebruik het BERG product alleen zoals beschreven
in de handleiding. Afwijkend gebruik kan resulteren
in ernstige verwondingen bij de gebruiker en
beschadigingen aanrichten aan het product. Lees
alle instructies voor het gebruik van de trampoline.
Om veilig en prettig gebruik te maken van de BERG
trampoline zijn waarschuwingen, instructies voor
onderhoud en gebruik van de trampoline in deze
handleiding beschreven.
Er moet een vrije ruimte van minimaal 2 meter
rondom de trampoline zijn, vrij van bomen,
hekwerken en ander obstakels.
Zorg voor minimaal 7 meter vrije hoogte gemeten
vanaf de grond.
Om
veiligheidsredenen
veranderingen aan de trampoline niet toegestaan.
Alleen veranderingen die zijn afgestemd met,
of overeenkomstig aanwijzingen van, BERG zijn
toegestaan.
Spring instructies
Bij gebruik van de BERG trampoline is het een
vereiste om een juiste houding aan te nemen. De
juiste houding en balans worden verkregen door
het aanspannen van de juiste spieren en maakt het
mogelijk om veilig trampoline te kunnen springen.
Tijdens
het
springen
blootgesteld aan schokken die op een correcte
manier moeten worden opgevangen. Wanneer u
uw spieren aanspant krijgt u betere controle over
zijn
wijzigingen
of
wordt
het
lichaam
uw evenwicht en de spring- en veerkracht van het
lichaam neemt toe. Een meer ontspannen houding
leidt tot verlies aan energie en de spring- en
veerkracht van het lichaam neemt af. Begin met
de basis sprongen en probeer geen ingewikkelde
sprongen voordat u de basissprongen beheerst.
Om te stoppen met springen dient u uw knieën in
te trekken wanneer uw voeten met het springdoek
in contact komen.
Stoppen met springen bereikt u door uw knieën
te buigen wanneer uw voeten in contact komen
met het springdoek van de trampoline. Leer deze
vaardigheid voordat u andere vaardigheden gaat
oefenen.
Samengestelde trampoline oefeningen kunnen
uitgevoerd worden door het combineren van
verschillende, enkelvoudige
basisprongen hier tussen.
Spring niet te hoog. Controle over het springen is
belangrijker dan hoog springen. Blijf laag springen
tot de sprong onder controle is en er herhaaldelijk
in het midden van het springdoek kan worden
geland.
Sta rechtop en houd het hoofd recht. Houd de
ogen op het springdoek gericht. Hiermee behoudt
u controle over de sprong.
Controleer de conditie van de veren (gebroken of
overmatige uitrekking) en de bevestiging van de
veren aan het frame en springdoek. De veren en de
ophanging van veren zijn onderhevig aan slijtage,
vervang tijdig versleten onderdelen.
Basissprong
Sta rechtop en houd het hoofd recht. Houd de ogen
op het springdoek gericht. Zwaai de armen vooruit
en omhoog in een cirkelvormige beweging. Houd
de voeten bij elkaar en richt de tenen tijdens het
springen naar beneden. Houd de voeten bij het
landen ongeveer 40 cm uit elkaar.
Hand en kniesprong
Start met de basissprong. Houd de ogen op het
springdoek gericht. Zwaai de armen vooruit en
omhoog in een cirkelvormige beweging. Land op
handen en knieën. Duw af met de handen en kom
in rechte houding overeind.
Zitsprong
Start met de basissprong. Houd de ogen op het
springdoek gericht. Land in zithouding. Plaats de
handen naast de heupen op het springdoek. Duw af
met de handen en kom in rechte houding overeind.
Buiksprong
Start met de basissprong en kom neer op de buik.
Houd het hoofd recht. Houd de armen voor het
hoofd op het springdoek. Duw af met de armen om
recht terug te komen.
Rugsprong
Start met de basissprong en kom neer op de rug.
sprongen of met
20