Nuna pipa urbn Manual De Instrucciones página 30

Hoogteafstelling hoofdsteun
Schoudergordels moeten zo dicht mogelijk bij de schouders van uw kind
zitten (15).
Als de schoudergordels zich niet op de juiste hoogte bevinden, kan het kind
van het verbeterde kinderzitje geworpen worden bij een ongeluk.
Trek de hoofdsteun omhoog of omlaag om de stand in te stellen. (16)
Het kind vastzetten
Het baby-inzetstuk gebruiken
We adviseren het gebruik van het
baby-inzetstuk zolang de baby kleiner
is dan 60 cm of tot het te groot is voor
het baby-inzetstuk. Het baby-inzetstuk
verbetert de bescherming voor kinderen.
Nadat het kind in het zitje is geplaatst, moet u controleren of de
schouderriemen op de juiste hoogte zitten.
1
- Druk op de instelknop voor de riemen terwijl u schoudergordels naar de
gewenste lengte trekt. (17)
2
- Maak de gesp van de gordels los door op de rode knop te drukken. (18)
3
- Zet het kind in de babydraagmodule en sluit de gesp. (20) Maak de gesp
vast. Raadpleeg (19).
4
- Trek de rieminstelling omlaag en stel hem op de juiste lengte af om ervoor
te zorgen dat je kind goed vast zit. (21)
Zorg ervoor dat de schoudergordels nauwsluitend zijn vastgemaakt. Enige
speling in de gordel reduceert de veiligheidsprestaties van het kinderzitje.
Installatie met gebruik van ISOFIX-systeem
1
- Bevestig de ISOFIX-geleiders op de ISOFIX-ankerbalken van het voertuig.
(22) De ISOFIX-geleiders voorkomen dat het oppervlak van de autostoel
gescheurd wordt. Ze kunnen tevens de ISOFIX-aansluitingen geleiden.
2
- Draai de ISOFIX-aansluitingen omlaag (23). Hierdoor wordt tevens de balk
voor schuine stand verlaagd, die helpt om het kinderzitje op de juiste hoek
te plaatsen voor installatie (24).
45
Instructies PIPA urbn
Verwijder het baby-inzetstuk als de
schouders van het kind niet langer
comfortabel passen.
3
- Plaats de babydraagmodule op de autostoel waar u het wilt installeren. (25)
4
- Lijn de ISOFIX-aansluitingen uit met de ISOFIX-geleiders en klik beide
ISOFIX-aansluitingen in de ISOFIX-ankerbalken. (26)
Controleer of beide ISOFIX-aansluitingen stevig vast zitten aan hun ISOFIX-
ankerbalken. U moet twee klikken horen en de kleuren van de indicatoren
op beide ISOFIX-aansluitingen moeten groen zijn. (26)-1
Controleer of het kinderzitje goed vast zit door aan beide ISOFIX-
aansluitingen te trekken.
5
- Zorg ervoor dat de horizontale lijn op het label van het zitje zo gelijk
mogelijk staat aan de grond. (27)
6
- Voor het verwijderen van de babydraagmodule, knijpt u in de ISOFIX-
ontgrendelknop op de achterkant van de babydraagmodule en trekt u de
babydraagmodule weg van de ISOFIX-ankerbalken. (28)
7
- Draai ISOFIX-aansluitingen omhoog naar de opbergstand en klik ze
vervolgens op de plaats. Verwijder het kinderzitje uit het voertuig. (29)
Installatie met driepuntsgordel
1
- Plaats de babydraagmodule op de autostoel waar u het wilt installeren. (30)
2
- Trek de veiligheidsgordel uit en vergrendel het in de voertuiggesp. (31)-1
De babydraagmodule kan niet worden gebruikt als de gesp van de
veiligheidsriem (vrouwelijke gespkant) te lang is om de babydraagmodule
veilig vast te zetten. (31)-2
Voer de heupgordel van het voertuig onder beide zijgeleiders. (31)-3
Voer de schoudergordel rond de achterkant van de babydraagmodule
waarbij het door de achtergeleider van de gordel gaat. (31)-4
3
- Maak de veiligheidsgordel vast terwijl u de babydraagmodule stevig in de
autostoel drukt om de babydraagmodule stevig vast te maken. (32)
4
- De horizontale lijn op het label van het kinderzitje moet evenwijdig met de
grond zijn als de babydraagmodule is geïnstalleerd. (33)
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel zo stevig mogelijk rond de
babydraagmodule zit en dat de gordel niet los of gedraaid is.
Na het installeren van de babydraagmodule moet u altijd controleren of de
autogordels goed geplaatst zijn en stevig vastzitten in de gesp van de auto.
(34)
46
Instructies PIPA urbn