Descargar Imprimir esta página

GL VAS 6860 Manual De Instrucciones Originales página 29

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 20
Werkingsprincipe
De remvloeistof wordt uit het vat gepompt en met een druk
tot 3,5 bar constant in het remvloeistofreservoir gepompt.
Op de afzonderlijke wielremcilinders kan de verbruikte
remvloeistof dan net zolang worden afgetapt, tot de
nieuwe remvloeistof eruit loopt.
Daarmee vermijdt u het omvullen, in tegenstelling tot
conventionele systemen en de daaruit voortkomende
wateropname van de remvloeistof.
De pomp voor het vullen van het remvloeistofreservoir
beschikt o
ver een drukbewaking. Kan geen druk worden opgebouwd
of zuigt de pomp lucht aan, schakel de pomp dan uit.
Opstelling / werkplek
Plaats het rem-onderhoudsapparaat op een vlak opper-
vlak. Zorg ervoor, dat de vulslang niet onder mechanische
spanning staat, bijv. bij het optillen van het voertuig op een
brug.
Bij de ingebruikname en bediening bevindt de werkplek
zich rondom het rem-onderhoudsapparaat. Verder is er
geen vaste werkplek voor het rem-onderhoudsapparaat.
Ingebruikname
De ingebruikname beschrijft de aansluiting van het rem-
onderhoudsapparaat op het vat met remvloeistof alsook
het ontluchten van het rem-onderhoudsapparaat. De
ontluchting dient in ieder geval bij de eerste ingebruikname
te worden doorgevoerd.
De veiligheidsaanwijzingen in de paragraaf „Voor uw
veiligheid" dienen strikt in acht te worden genomen.
1
Voor de eerste ingebruikname dient de netspanning te
worden vergeleken met de gegevens op het typeplaatje
van het rem-onderhoudsapparaat. Het typeplaatje
bevindt zich aan de achterkant van het rem-onder-
houdsapparaat.
Rem-onderhoudsapparaat uitsluitend in werking
nemen indien de gegevens overeenstemmen.
2
Rem-onderhoudsapparaat op vlak oppervlak stabiel
opstellen.
3
Het deksel van het vat schroeven.
4
Het vat in de houder op het rem-onderhoudsapparaat
plaatsen. Met de gordel het vat tegen eraf vallen
borgen.
5
De zuigleidingen
11
tot aan de bodem in het vat voeren.
De indompeldiepte van de zuigleidingen
losdraaien van de beide cilinderschroeven op het
deksel worden ingesteld. Eén leiding dient voor het
aanzuigen. Via de andere leiding stroomt de overdruk
terug naar het vat.
6
Voor het ontluchten van de rem-onderhoudseenheden
de adapter niet op het voertuig monteren, maar alleen
aan de vulslang koppelen en boven een opvangbak
houden.
7
Keerklep openen.
5
8
Schakelaar
4
inschakelen en toets
vasthouden. Pomp begint te pompen.
9
Adapter boven de opvangbak houden, tot de
remvloeistof er zonder ingesloten lucht uitloopt.
10
Bij lopende pomp adapter loskoppelen en rem-
onderhoudsapparaat met schakelaar uitschakelen.
11
Het rem-onderhoudsapparaat is nu klaar voor gebruik,
ook wanneer de manometer
drukkant van het onderhoudsapparaat bevat geen
ingesloten lucht.
Remvloeistof afzuigen
De rem-onderhoudseenheden uit de „Plus"-serie
beschikken over een afzuigfunctie voor de inhoud van het
compensatievat. In de afzuigslang is een filter
geïntegreerd om grof vuil bij de pomp weg te houden.
1
Controleer, of de afzuigbak leeg en aangesloten is.
2
Deksel op het compensatievat schroeven.
3
Afzuiging met schakelaar
4
Afzuigslang in de opening van het remvloeistofreservoir
houden en remvloeistof afzuigen.
5
Afzuiging met schakelaar uitschakelen.
6
Afgezogen remvloeistof volgens het veiligheids-
informatieblad van de remvloeistof afvoeren.
Remvloeistof vervangen
• De veiligheidsaanwijzingen in paragraaf „Voor uw
veiligheid" dienen strikt in acht te worden genomen.
• Neem voor het werkbegin de aanwijzingen van de
voertuigfabrikant over de maximale vuldruk en bijzon-
dere werkinstructies in acht.
• In principe gelden altijd bij elk voertuigtype de door de
fabrikant voorgeschreven aanwijzingen en richtlijnen
voor de ontluchting van de reminstallatie.
Standaard is de drukregelaar ingesteld op een werkdruk
van 2 bar. Dit zorgt ervoor dat het remvloeistofreservoir
niet wordt vervormd en geen ondichtheden aan de
secundaire manchetten optreden. Het ontluchten resp. het
vervangen van de remvloeistof met een lagere of hogere
werkdruk kan op de drukregelaar worden ingesteld.
1
Schroef de bijgevoegde adapter op het schroefdraad
(D 43 mm) van het remvloeistofreservoir, resp. monteer
de betreffende passende adapter volgens de hand-
leiding op het remvloeistofreservoir.
11
kan door het
2
Koppel de vulslang
adapter.
3
Keerklep openen.
4
Rem-onderhoudsapparaat met schakelaar
3
indrukken en
kelen.
29
8
naar 0 bar zakt. De
Bediening / werking
6
inschakelen.
6
7
7
10
aan de reeds gemonteerde
5
4
inscha-

Publicidad

loading