Modusknop
Druk op de modusknop om uw gewenste modus te selecteren: ontvochtigingsmodus, ventilatormodus of kleding
drogen-modus.
1. Ontvochtigingsmodus: het controlelampje "DEH" brandt. De ventilatorsnelheid kan tussen laag en hoog
worden geschakeld. De luchtvochtigheid kan tussen 30 en 90%RH, of op "CO" (Continu) of "AU" (Comfort)
worden ingesteld. Druk op de knop "
ongeveer 10 seconden van inactiviteit in werking. Het digitaal scherm geeft de ruimteluchtvochtigheid
opnieuw weer.
1) Wanneer de ruimteluchtvochtigheid ≥ ingestelde luchtvochtigheid + 4% is, begint de compressor te
werken en blijft de ventilator op de ingestelde snelheid draaien. Na het ontvochtigen, wanneer de
ruimteluchtvochtigheid ≤ ingestelde luchtvochtigheid - 3% is, wordt de compressor uitgeschakeld en
stopt het apparaat met ontvochtigen. Zodra de ruimteluchtvochtigheid opnieuw ≥ ingestelde
luchtvochtigheid + 4% is, wordt de werking van de compressor hervat. De luchtvochtigheid binnenshuis
kan aldus worden gehandhaafd op de ingestelde luchtvochtigheid volgens de hierboven vermelde
cycluswerking.
2) Wanneer de ruimteluchtvochtigheid de ingestelde luchtvochtigheid (-3%) niet bereikt, is het
controlelampje "OK" op het bedieningspaneel gedoofd. Wanneer de ruimteluchtvochtigheid de
ingestelde luchtvochtigheid (-3%) bereikt, brandt het controlelampje "OK" op het bedieningspaneel.
3) Wanneer de ingestelde luchtvochtigheid "CO" is, draait de compressor continu zonder rekening te
houden met de ingestelde luchtvochtigheid en kan de ventilatorsnelheid geregeld worden.
4) Wanneer de ingestelde luchtvochtigheid "AU" is, werkt het apparaat als volgt:
-
Kamertemperatuur is lager dan 5℃, het apparaat stopt met werken.
-
5℃ ≤ kamertemperatuur ≤ 20℃, het apparaat werkt om een luchtvochtigheid van 60%RH te
bereiken.
-
20℃ ≤ kamertemperatuur ≤ 27℃, het apparaat werkt om een luchtvochtigheid van 55%RH te
bereiken.
-
Kamertemperatuur is hoger dan 27℃, het apparaat werkt om een luchtvochtigheid van 50%RH te
bereiken.
-
Kamertemperatuur ≥ 27℃, de ventilatorsnelheid kan niet worden geregeld en het apparaat werkt
standaard op hoge ventilatorsnelheid.
2. Ventilatormodus: het controlelampje "FAN" brandt. De compressor werkt niet; de ventilatorsnelheid kan
tussen laag en hoog worden geschakeld. De luchtvochtigheid kan niet worden ingesteld en de
ruimteluchtvochtigheid wordt op het digitaal scherm weergegeven.
3. Kleding drogenmodus: het controlelampje "LAUNDRY" brandt. De compressor blijft continu draaien. De
ventilatorsnelheid kan niet worden geregeld en het apparaat werkt standaard op hoge ventilatorsnelheid.
De luchtvochtigheid kan niet worden ingesteld en de ruimteluchtvochtigheid wordt op het digitaal scherm
weergegeven.
Verhogen/verlagen instelknop
1. Druk op de knoppen "
2. Houd de knoppen "
scherm te controleren. Het scherm wordt ong. 5 seconden opgelicht.
Ventilatorsnelheidsknop
Druk op de ventilatorsnelheidsknop om een lage of hoge ventilatorsnelheid te selecteren. Het overeenkomstig
controlelampje brandt.
"/"
"/"
" om de luchtvochtigheidsinstelling aan te passen.
" en "
" 2 seconden tegelijk ingedrukt om de kamertemperatuur op het digitaal
" om de instelling te wijzigen. Deze instelling treedt na
- 79 -