Timerknop
Timer AAN instelling:
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, druk op de „TIMER" knop en het overeenkomstig controlelampje
-
brandt.
Houd de knop "TIMER" ingedrukt om een gewenste inschakelingstijd tussen 0 en 24 uur te selecteren.
-
De instelling treedt na ong. 10 seconden van inactiviteit in werking.
Het apparaat wordt automatisch ingeschakeld zodra de ingestelde tijd is verstreken.
-
Timer UIT instelling:
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, druk op de „TIMER" knop en het overeenkomstig controlelampje
-
brandt.
Houd de knop "TIMER" ingedrukt om een gewenste uitschakelingstijd tussen 0 en 24 uur te selecteren.
-
De instelling treedt na ong. 10 seconden van inactiviteit in werking. Het digitaal scherm geeft opnieuw
de luchtvochtigheid weer.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is verstreken.
-
Opmerking: Druk opnieuw op de knop "TIMER" om de resterende tijd te controleren. Blijf op de knop
"TIMER" drukken tot "00" en de timerfunctie wordt geannuleerd.
Kinderslotfunctie
Houd de kinderslotknop 5 seconden ingedrukt om de kinderslotfunctie in te schakelen. Het controlelampje
"LOCK" brandt en alle knoppen (uitgezonderd de kinderslotknop) op het bedieningspaneel zijn vergrendeld.
Houd de kinderslotknop opnieuw 5 seconden ingedrukt om de kinderslotfunctie uit te schakelen.
Oscillatiefunctie
Druk op de oscillatieknop om de oscillatiefunctie van het luchtuitlaatdeksel in/uit te schakelen.
Ontdooifunctie
Het apparaat opent de ontdooifunctie automatisch. Het controlelampje "DEF." brandt en de compressor stopt
met werken. Wanneer ontdooid, dooft het controlelampje "DEF." en werkt de compressor opnieuw.
Opmerking:
1. Het weergavebereik voor de ruimteluchtvochtigheid is 35~95%RH (ruimteluchtvochtigheid < 35%, scherm
"LO"; ruimteluchtvochtigheid > 95%, scherm "HI"). De werkomgevingstemperatuur van dit apparaat is 5~35
℃ en de werkomgevingsvochtigheid is 10~95%RH.
2. De compressor heeft een beveiligingsfunctie met een vertraging van drie minuten. Wanneer de compressor
werkt en de stroom wordt per ongeluk onderbroken, dan wordt de compressor na inschakeling niet opnieuw
onmiddellijk gestart. De compressor zal pas na 3 minuten werken.
Na het wijzigen van de modus of na het herstellen van de fout Vol reservoir kan de compressor de
beveiligingsstatus openen. U moet 3 minuten wachten voordat de compressor weer kan starten.
3. Het stroomcontrolelampje werkt tevens met betrekking tot de compressor. Het controlelampje blijft
branden wanneer de compressor in werking is. Het controlelampje blijft knipperen wanneer de compressor
niet in werking is.
4. Het digitaal scherm op het bedieningspaneel en het scherm aan de voorkant van het apparaat zijn synchroon.
Beide schermen doven na 10 seconden van inactiviteit. Druk op een willekeurige knop en het
bedieningspaneel wordt opnieuw verlicht.
HET OPGEVANGEN WATER AFVOEREN
Als het waterreservoir vol is, brandt het waterreservoir vol-controlelampje. De werking stopt automatisch en de
zoemer piept 15 keer om de gebruiker te waarschuwen dat het water uit het waterreservoir moet worden
afgevoerd.
- 80 -