9
Onderhoud en verzorging
9.1
Algemene reiniging
•
Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte, vochtige doek
en een gangbaar afwasmiddel.
•
Leeg en reinig het lekbakje (afb. A, nr. 1) regelmatig, uiterlijk
wanneer de vlotter boven het kopjesplateau uitsteekt.
•
Reinig de residubak regelmatig.
Voorzichtig!
–
Gebruik geen schurende doekjes, sponsjes of reinigingsmiddelen om
beschadigingen aan het oppervlak van het apparaat te voorkomen.
–
Reinig het lekbakje niet in de vaatwasser, want anders kunnen er
vervormingen ontstaan.
Aanwijzing
De residubak (afb. A, nr. 1) is vaatwasbestendig en kan in de vaatwasser
worden gereinigd. Bij frequent reinigen in de vaatwasser kunnen lichte
kleurveranderingen in de residubak optreden.
135
135