4.1 Geluidsbelasting
Nominale
Pomp
P2
[W]
MTA 30
100
MTA 60
180
MTA 90
250
MTA 120
400
MTA 200
750
MTA 20H
100
MTA 40H
180
MTA 70H
250
MTA 100H
400
4.2 Trillingsniveau
Trilsnelheid RMS [mm/s]
*
Trilling conform ISO 10816-1 klasse IB
5. Installatie
Waarschuwing
De pomp dient zo te worden opgesteld dat
niemand per ongeluk met het hete opper-
vlak van de motor in aanraking kan komen.
Waarschuwing
De pomp dient zo te worden opgesteld dat
niemand per ongeluk met de draaiende
onderdelen in aanraking kan komen.
L
[dB(A)]
pA
50 Hz
60 Hz
< 45
< 45
< 45
< 45
< 45
< 45
< 62
< 62
< 62
< 62
< 45
< 45
< 45
< 45
< 45
< 45
< 62
< 62
*
< 1,8
5.1 Positie van de pomp
De MTA pompen kunnen alleen in verticale
N.B.
positie worden gemonteerd.
Min. 50 mm
(MTA 120, 200 en 100H)
Afb. 2
Bevestiging
De pomp is zodanig ontworpen dat de tank verticaal
wordt gepositioneerd. De pomp wordt geplaatst in
een opening in het deksel van de tank (bovenzijde),
en wordt aan de tank bevestigd met vier of twee zes-
kantschroeven door de openingen in de bevesti-
gingsflens. We adviseren om een afdichting tussen
de pompflens en de tank te plaatsen.
Zorg voor minimaal 50 mm speling boven de motor
zodat waaiergekoelde motoren (MTA 120, 200 en
100H) voldoende gekoeld worden.
De pomp mag alleen binnenshuis gebruikt worden.
De motor mag niet aan direct water of
Voorzichtig
vloeistofnevels worden blootgesteld.
127