5. Veeg eventueel gemorste brandstof weg. Ga op 9 m
afstand staan van de brandstofvulplaats voor u de
motor start.
OPMERKING: Tijdens en na het eerste gebruik van een
nieuwe motor kan er rook worden uitgeblazen. Dit is
normaal.
MOTOROLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN
Zie afbeelding 5.
De motorolie heeft een belangrijke invloed op de
motorprestaties en de levensduur. Voor algemeen gebruik
in alle temperaturen, raden wij het gebruik aan van SAE
10W-30. Gebruik altijd een 4-takt motor olie die voldoet aan
of overtreft de eisen van API classifi catie SJ.
OPMERKING: Niet-detergente of 2-takt motorolie zal de
motor beschadigen en mag niet worden gebruikt.
Motorolie toevoegen:
1. Zorg ervoor dat de grasmaaimachine op een effen
oppervlak staat en dat het gebied rond de oliedop/
peilstok schoon is.
2. Verwijder de dop en het zegel van de oliefles.
3. Open de oliedop / peilstok door linksom te draaien 90
graden. Verwijder de olievuldop/peilstok.
4. Voeg de olie langzaam toe. Vul tot aan de "Vol" lijn op
de peilstok. Vul niet overvol.
OPMERKING: Wanneer u het oliepeil controleert, plaatst
u de peilstok in de olievulopening maar schroeft u deze
niet vast.
5. Installeer en zet de olie cap / peilstok door rechtsom te
draaien 90 graden.
Motorolie controleren:
■
Zorg ervoor dat de grasmaaimachine op een effen
oppervlak staat en dat het gebied rond de oliedop/
peilstok schoon is.
■
Verwijder
de
olievuldop/peilstok.
en opnieuw in de olievulopening steken maar niet
vastschroeven.
■
Verwijder de oliedop/peilstok opnieuw en controleer het
oliepeil. Als er onvoldoende olie in de tank zit, vult u olie
bij tot het vereiste peil bereikt is.
BRANDSTOFTANK VULLEN
Zie afbeelding 5.
WAARSCHUWING
Start of laat de motor nooit draaien in een gesloten
of slecht geventileerde ruimte; het inademen van
uitlaatgassen kan dodelijk zijn.
OPMERKING:
De
motor
hoofdschakelaar.
Schakel
brandstoftoevoer uit.
72
https://tm.by
Интернет-магазин TM.by
De motor starten
1. Open de brandstofkraan
2. Druk 3 keer op de brandstofbalg.
3. Houd de macht hefboom omlaag tegen de steel.
4. Trek aan de startkoord tot de motor start. Laat de
De motor stoppen
1. Laat de aan/uit-hendel los om het product te stoppen.
2. Sluit de brandstofkraan
PRODUCT AANDRIJVEN.
Zie afbeelding 6.
■
■
SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN
Zie afbeelding 7.
Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen
op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier
voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens
de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het
Schoonvegen
gemiddelde gazon moet tussen de 38 mm en 50 mm
tijdens koude en tussen de 50 mm en 76 mm tijdens warme
maanden bedragen.
Maaibladhoogte afstellen
■
■
■
INSTELLEN VAN DE HANDVATHOOGTE EN -HOEK.
is
voorzien
van
een
Zie afbeelding 8.
na
het
maaien
de
De hoogte van het handvat kan makkelijk worden afgesteld
in overeenstemming met de voorkeur van de bediener.
Nederlands
OPMERKING: Deze stap is normaal gezien niet nodig
wanneer u een motor start die al enkele minuten heeft
gedraaid.
trekstarter langzaam los zodat de koord niet terugslaat.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om de toevoerstappen
te herhalen bij koelere temperaturen. Bij warmer weer
kan teveel brandstoftoevoer ervoor zorgen dat de motor
verzuipt en dat de motor niet start. Als je de motor
verzuipt, wacht u enkele minuten voor u probeert te
starten en herhaalt u de toevoerstappen niet.
Om zelf te rijden: Houd de gashendel ingedrukt terwijl
u langzaam de zelfl oopborging naar het handvat trekt.
Laat de self-Propel borgtocht naar het wiel aandrijving
te stoppen.
Handmatig voortbewegen: Houd de macht hendel. Niet
bezighouden de zelf-Propel borgtocht.
OPMERKING: Het product gaat lopen wanneer de
zelfloopborging is aangegrepen.
Stop de maaier en wacht tot de maaibladen volledig tot
stilstand zijn gekomen.
Om de snijbladhoogte te verhogen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
achterkant van de grasmaaier.
Om de snijbladhoogte te verminderen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
voorkant van de grasmaaier.