Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Voor gebruik
Veiligheid vóór gebruik
Algemene veiligheid
•
Zet de machine altijd af, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen voordat
u de machine afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer of de beschermplaten en
veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders
en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar
behoren werken.
•
Controleer de machine altijd om er zeker van te
zijn dat de messen en mesbouten niet versleten
of beschadigd zijn.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen of die de machine zou
kunnen uitwerpen.
•
Contact met een bewegend mes veroorzaakt
ernstig letsel. Steek uw vingers niet onder de
behuizing.
Veilig omgaan met brandstof
•
Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Brand of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
– Om te voorkomen dat een statische lading de
brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u
het brandstofreservoir en/of de machine op de
grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op
een voertuig of een ander object.
– Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem eventueel gemorste
benzine op.
– Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd
brandstof uit de buurt van open vuur of vonken.
– Als de motor draait of heet is, mag de
brandstoftankdop niet worden verwijderd
en mag de tank niet met brandstof worden
bijgevuld.
– Probeer de motor niet te starten als u
brandstof morst. Zorg ervoor dat er geen
ontstekingsbronnen in de buurt zijn totdat de
brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
– Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of
blik en buiten bereik van kinderen.
•
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden
tot ernstig letsel en ziekte.
– Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
– Houd uw handen en gezicht uit de buurt van de
vulpijp en de opening van de brandstoftank.
– Houd brandstof uit de buurt van uw ogen en
huid.
Brandstoftank vullen
GEVAAR
Benzine is uitermate ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van benzine kan
brandwonden veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading
de benzine tot ontbranding kan brengen,
moet u het benzinevat en/of de machine
voordat u de tank vult op de grond
plaatsen, niet op een voertuig of een ander
object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Neem gemorste
benzine op.
• Rook niet als u omgaat met benzine, en
houd benzine uit de buurt van open vuur
of brandstof.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd
benzinevat en buiten bereik van kinderen.
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
schone, verse (minder dan 30 dagen oud),
loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of
hoger (indelingsmethode (R+M)/2).
•
Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste
10% ethanol of 15% MTBE is geschikt.
•
Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol
(gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether)
per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE
zijn niet hetzelfde. Benzine met 15% ethanol
(E15) per volume is niet geschikt voor gebruik.
Gebruik nooit benzine die meer dan 10%
ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat
15% ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85
(bevat tot 85% ethanol). Ongeschikte benzine
gebruiken kan leiden tot verminderde prestaties
12