5 De drukreiniger gebruiken
5.1
Aansluiting van de
hogedrukslang
5.2
Bevestiging van sproei-
lans
5.3
Wateraansluiting
154
A
B
ATTENTIE!
Steeds vuil van de nippel ver-
wijderen vooraleer de spuitlans
met het spuipistool wordt ver-
bonden.
Een gewone tuinslang van
12,5 mm en een lengte van
minimaal 10 m en maximaal
25 m is geschikt.
OPMERKING:
de aansluiting
op het openbare
waternet dient
Modellen zonder slanghou-
der: Sluit de hogedrukslang (4)
aan op de daarvoor bestemde
aansluiting (3).
Gebruik hoogstens één ver-
lengslang van max. 7 m.
Modellen met slanghouder:
Rol de hogedrukslang helemaal
uit.
1. Trek de blauwe snelkoppeling
(A) van het spuitpistool naar
achteren.
2. Duw de nippel van de spuit-
lans (B) in de snelkoppeling
en laat deze los.
3. Trek de spuitlans (of een an-
der hulpstuk) naar voren om
te controleren of deze stevig
vastzit op het spuitpistool.
volgens de geldende regle-
menten te geschieden.
BELANGRIJK! Gebruik alleen
water zonder verontreini-
gingen. Als er zand in het toe-
gevoerde water kan zitten (als
dit bijvoorbeeld uit een eigen
bron afkomstig is), moet u een
extra filter aanbrengen.
1. Spoel de tuinslang door met
water voordat u deze op het
apparaat aansluit. Dit is om
te voorkomen dat eventueel
zand en vuil uit de tuinslang
in het apparaat binnendringt.
Opmerking: Con-
troleer of het filter
in de watertoevo-
erleiding is aange-
bracht en het niet verstopt is.
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing