4.6 Aansluitslang verzorgen
Droog de aansluitslang na elke inhalatie:
• Sluit de aansluitslang aan op de compressor.
• Schakel uw compressor in.
• Laat de compressor werken tot het vocht in de slang is ver-
dwenen.
4.7 Controleren
Controleer alle onderdelen van het product na elke reiniging en
desinfectie. Vervang gebroken, vervormde of sterk verkleurde
onderdelen.
4.8 Drogen
Leg alle productonderdelen na elke reiniging en desinfectie op
een droge, schone en absorberende ondergrond en laat ze vol-
ledig drogen.
4.9 Opbergen
Berg dit product op zoals hierna is beschreven:
• Wikkel alle onderdelen in een schone, pluisvrije doek (bijv.
een theedoek).
• Bewaar alle onderdelen op een droge en stofvrije plaats.
– 28 –