NL
10. Het apparaat zuigt
35. De tank is leeg.
geen reinigingsmid-
36. De knop van de lans staat op de hogedrukstand (indien
del aan.
voorhanden).
37. De doorzichtige aanzuigslang is beschadigd of
losgeraakt.
11.Bij het inschakelen van
38.Diesel ontbreekt
de brander slaat
39.Dieselfilter verstopt
verbrandingsketel niet
40.Dieselpomp gebrokeerd of verbrand
aan.
41.Thermostaat kapot
42.Ontstekeing te zwak of ontbreekt
43.Onjuiste afstand tussen electrodes
92
35. Vul de tank.
36. Zet de knop op de lagedrukstand door de knop in
de richting van de sproeier te roterend.
37. Sluit de slang weer aan. Als de storing voortduurt
wendt u zich dan tot een erkende servicedienst.
38.het niveau in de tank controleren en of de harde
zuigpijp schoon is.
39.Het kleine filter vervangen.
40.Vervangen.
41.Vervangen.
42.Wend u tot een erkende servicedienst.
43. Wend u tot een erkende servicedienst.