4.1
Schoonmaken van het hulpmiddel
Was de binnenkant van het hulpmiddel elke dag om het ontstaan van bacteriën te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het werken met het hulpmiddel wanneer het binnenstebuiten zit,
om te voorkomen dat er stof, vuil of andere verontreinigingen op komen, wat irritatie
van de huid zou kunnen veroorzaken.
Voor gebruik goed drogen.
Niet in de wasdroger doen.
Handwas
1.
Keer het hulpmiddel binnenstebuiten zodat de siliconenkant naar buiten zit.
2.
Reinig het siliconendeel met een oplossing van water en ongeparfumeerde en pH-neutrale
zeep.
3.
Keer het hulpmiddel binnenstebuiten zodat de siliconenkant naar binnen zit. Reinig de
afsluiter en reinig zorgvuldig de distale dop.
4.
Vul het hulpmiddel met warm water, terwijl u het proximale uiteinde gesloten houdt, en
knijp in het distale uiteinde om het water door de perforaties te laten stromen.
5.
Spoel het hulpmiddel af met schoon water om alle resten te verwijderen.
6.
U kunt het hulpmiddel droogdeppen met een niet-pluizende doek of het aan de lucht laten
drogen. Wees voorzichtig bij het drogen en oppakken van het hulpmiddel.
Opmerking... Droog het hulpmiddel altijd met de siliconen naar binnen gekeerd. Anders kan het
weefsel uitrekken en vervormd raken.
In een wasmachine
Geschikt voor wassen in een wasmachine bij 30 °C.
Het hulpmiddel niet binnenstebuiten keren voor wassen in een wasmachine.
4.2
Schoonmaken van de afsluiter
Zorg ervoor dat de perforaties aan het distale uiteinde niet zijn verstopt en dat er geen
verontreinigingen of vuil onder de afsluiter zit.
1.
Pers het water tijdens het handwassen door de distale perforaties.
2.
Til voorzichtig de afsluiter omhoog en veeg de ruimte eronder schoon met een schone
doek.
3.
Controleer of de afsluiter op de juiste manier werkt.
4.3
Schoonmaken van de restledemaat
Inspecteer de restledemaat voor en na het gebruik van de prothese, of in ieder geval dagelijks.
1. Maak de huid dagelijks schoon met ongeparfumeerde en pH-neutrale zeep.
2. Spoel de huid af met schoon water om alle resten te verwijderen.
3. Breng lotion op de droge huid aan zoals aanbevolen door de behandelaar.
Zorg ervoor dat eventueel beschadigde huid of een open wond op een goede
en passende manier wordt verbonden om direct contact met het hulpmiddel te
voorkomen.
56
938399PK1/3-0123