NL
Schuif de accu in de geleider van de contactdoos totdat hij op zijn plaats klikt. Een goed gemonteerde accu kan niet anders
verwijderd worden dan door de accuvergrendeling in deze stand te drukken en vast te houden, en dan de accu uit de bus van
het gereedschap te schuiven.
Starten van de zaag
Monteer het zaaglint, stel de maximale snelheid in.
Zorg ervoor dat de zaagschakelaar niet wordt ingedrukt en plaats de accu.
Pak de zaag vast aan beide handgrepen (X), neem een evenwichtige houding aan, zorg ervoor dat het zaaglint niet in contact
komt met een voorwerp en start de zaag door de schakelaar in te drukken en vast te houden. Laat het zaaglint op volle snelheid
komen en houd de zaag ongeveer een minuut in deze positie.
De schakelaar is voorzien van een vergrendeling om onbedoeld indrukken te voorkomen. De vergrendelknop moet worden inge-
drukt bij het open hangslotsymbool (IX). Alleen dan kunt u op de schakelaar drukken. Als de vergrendelknop wordt ingedrukt met
het hangslot gesloten symbool, voorkomt dit dat de schakelaar per ongeluk wordt ingedrukt.
Observeer het gereedschap gedurende deze tijd. Als u een verhoogde trilling, meer lawaai, een verdachte geur of rook opmerkt,
schakel het product dan onmiddellijk uit door de druk op de schakelaar af te laten, wacht tot het zaaglint volledig tot stilstand is
gekomen, plaats het gereedschap dan weg en koppel de accu los. Start het gereedschap niet opnieuw op voordat de oorzaak
van de storing is weggenomen.
Als er tijdens het opstarten geen tekenen van abnormale werking worden waargenomen, schakelt u het gereedschap uit, koppelt
u de accu los van het gereedschap en controleert u of het zaaglint niet van de wielen en / of de geleiderollen glijdt. Installeer het
zaaglint indien nodig opnieuw.
Snijden
Waarschuwing! Gebruik geen koelmiddelen, bijv. water, olie, tijdens het snijden. Het gereedschap is alleen geschikt voor droog
zagen. Het aanraken van het gereedschap met water kan een elektrische schok veroorzaken, wat ernstige verwondingen of de
dood tot gevolg kan hebben.
Voordat u begint te snijden, moet u het materiaal voorbereiden, controleren of de afmetingen niet groter zijn dan het snijbereik.
Markeer de snijlijn op het materiaal op alle snijvlakken van het materiaal, dit zal de juiste geleiding van het zaaglint in het materiaal
vergemakkelijken.
Het te snijden materiaal moet vastgeklemd worden en dat kan met bankschroeven, klemmen of steunen. Ondersteun bij het za-
gen van lange materialen het materiaal in de buurt van de snijlijn en aan het einde. Deze ondersteuning moet aan beide zijden van
de snede worden gebruikt. Steun zodanig dat beide delen van het materiaal niet naderen tijdens het snijden, dit kan het vastlopen
van het zaaglint in het snijmateriaal veroorzaken.
Bij het handmatig geleiden van de zaag moet de geleider altijd in contact staan met het te zagen materiaal.
Oefen geen overmatige druk of overmatige snelheid uit op het zaaglint. Druk en snelheid moeten experimenteel worden gekozen
door middel van snijpogingen, bijvoorbeeld op het afvalmateriaal.
Let op de kleur van de spanen en de snijranden, als er verkleuring te zien is, betekent dit dat de temperatuur in het snijgebied te
hoog is door een te hoge snelheid of een te hoge druk. Als er andere metalen worden gesneden, kan te veel druk en/ of snelheid
dan staal ervoor zorgen dat de zaaglinttanden vast komen te zitten door de spanen. Dit zal leiden tot een vermindering van de
snijprestaties.
Te veel druk en/ of snelheid zorgt ervoor dat het zaaglint sneller slijt. Als u na het zagen een afname van de scherpte van het
zaaglint of zelfs gebroken tanden opmerkt, vervang het zaaglint dan door een nieuw. Verminder de druk en/ of snijsnelheid tijdens
het snijden.
Breng de zaag onder een lichte hoek (XI) aan op het te zagen materiaal, dit maakt het makkelijker om te beginnen met zagen. Ge-
bruik bij het starten van de snede minimale druk en lagere snelheid, pas nadat de snede is gevormd, kan de druk en/ of snelheid
worden verhoogd tot het niveau dat nodig is voor een eff ectieve snede.
Veiligheidsinstructies voor het opladen van de oplaadbare accu
Let op! Alvorens op te laden moet u controleren of de behuizing van de voeding, het snoer en de stekker niet gebarsten of be-
schadigd zijn. Het is verboden om een defect of beschadigd oplaadstation en stroomvoorziening te gebruiken! Gebruik alleen het
bijgeleverde laadstation en de bijgeleverde netadapter om de accu's op te laden. Gebruik van een andere voeding kan brand of
beschadiging van het gereedschap tot gevolg hebben. Het opladen van de accu kan alleen plaatsvinden in een afgesloten ruimte,
droog en beveiligd tegen onbevoegde toegang, vooral van kinderen. Gebruik het laadstation en de stroomconvertor niet zonder
voortdurend toezicht van een volwassene! Als het nodig is de laadruimte te verlaten, koppelt u de lader los van het lichtnet door
de voeding uit het stopcontact te halen. Als er rook, een verdachte geur, enz. uit de lader komt, trek dan onmiddellijk de lader uit
het stopcontact!
De boormachine wordt geleverd met een niet-opgeladen accu en moet daarom vóór gebruik volgens de hieronder beschreven
procedure worden opgeladen met behulp van het meegeleverde voedings- en oplaadstation. Li-ion-accu's vertonen niet het zo-
genaamde "geheugeneff ect", waardoor u ze op elk gewenst moment kunt opladen. Het wordt echter aanbevolen om de accu te
ontladen tijdens normaal gebruik en deze vervolgens volledig op te laden. Als het door de aard van het werk niet mogelijk is de
accu elke keer op deze manier te behandelen, moet dat op zijn minst om de paar of zo cycli gebeuren. De accu's mogen in geen
geval worden ontladen door de elektroden te kortsluiten, omdat dit onherstelbare schade aanricht! Controleer ook de laadtoestand
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
96