Problemen Oplossen
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Symptoom
Tijdens werking klinkt er geluid van
stromend water.
Het apparaat begint pas na enkele
minuten vertraging nadat het opnieuw
is opgestart.
Er komt water/stoom uit de buitenunit.
In de verwarmingsstand komt er stoom
uit de buitenunit.
De buitenunit werkt niet.
De werking van het systeem schakelt
uit.
Het is moeilijk om het systeem op te
warmen.
Het systeem warmt niet onmiddellijk
op.
De back-up verwarming schakelt
automatisch AAN terwijl deze
uitgeschakeld is.
De werking start automatisch als de
timer niet ingesteld is.
Hard lawaai van het koelmiddel duurt
enige minuten.
*1 De stand COOL is niet beschikbaar. • Het systeem is vergrendeld en werkt alleen in de stand HEAT.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Symptoom
De stand HEAT/*1 COOL werkt niet
goed.
Luidruchtig tijdens werking.
Het systeem werkt niet.
De controle LED van de bediening
brandt niet of er wordt niets op het
scherm van de afstandsbediening
weergegeven.
*1 Het systeem is beveiligd zodat het niet zonder de stand COOL kan worden gebruikt. De beveiliging kan worden verwijderd door een
erkende installateur of onze erkende onderhoudspartners.
*2 Wordt alleen weergegeven als de stand COOL niet beveiligd is (Dat wil zeggen als de stand COOL beschikbaar is).
94
Oorzaak
• Stromend koelmiddel in het apparaat.
• De vertraging dient ter bescherming van de compressor.
• Er treedt condensatie of verdamping op in de leidingen.
• Dit wordt veroorzaakt door de werking van het ontdooien in de warmtewisselaar.
• Dit wordt veroorzaakt door het beveiligingssysteem van de unit als de
buitentemperatuur buiten het werkbereik ligt.
• Dit wordt veroorzaakt door het beveiligingssysteem van de unit. Als de
waterinlaattemperatuur lager is dan 10 °C dan stopt de compressor en de back-up
verwarming wordt ingeschakeld.
• Als het paneel en de vloer gelijktijdig worden verwarmd, kan de
warmwatertemperatuur zakken waardoor de verwarmingscapaciteit van het
systeem minder kan worden.
• Als de buitentemperatuur laag is, kan het systeem meer tijd nodig hebben om op
te warmen.
• De uitlaatopening of inlaatopening van de buitenunit is door iets geblokkeerd,
zoals bijvoorbeeld een laag sneeuw.
• Als de vooraf ingestelde wateruitlaattemperatuur laag is, kan het systeem meer
tijd nodig hebben om op te warmen.
• Het systeem heeft enige tijd nodig om het water op te warmen als het begint te
werken op de koudwatertemperatuur.
• Dit wordt veroorzaakt door het beveiligingssysteem van de warmtewisselaar van
de binnenunit.
• De sterilisatie-timer is ingesteld.
• Dit wordt veroorzaakt door het beveiligingssysteem tijdens het ontdooien bij een
omgevingstemperatuur buiten van minder dan -10 °C.
Controleer
• Stel de temperatuur correct in.
• Sluit de thermostaatkraan van de radiator.
• Verwijder alle belemmeringen bij de luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen van de
buitenunit.
• De buitenunit of binnenunit is niet waterpas geïnstalleerd.
• Sluit het deksel goed.
• De zekering is doorgebrand/geactiveerd.
• De stroomvoorziening werkt niet juist of er is een stroomstoring opgetreden.