moet optillen, moet u eerst de motor stoppen en de
ontstekingskabel van de bougie halen.
•
Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen
slaat zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan
ertoe leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras
krom wordt. Een kromme as zorgt voor onbalans en
sterke trillingen, hetgeen leidt tot een groot risico van
het losraken van het mes.
Als er een voorwerp geraakt wordt of er trillingen
ontstaan, moet u de machine stoppen. Haal de
bougiekabel van de bougie. Controleer of de machine
niet beschadigd is. Repareer eventuele
beschadigingen.
•
Maai nooit meer dan 1/3 van de lengte van het gras.
Dit geldt vooral in periodes van droogte. Maai eerst op
een grote maaihoogte. Controleer daarna het
resultaat en ga naar een geschikte hoogte. Indien het
gras extra lang is, moet u langzaam rijden en
eventueel twee keer maaien.
•
Ren niet met de machine wanneer deze werkt. U moet
altijd met de grasmaaier lopen.
•
Maai het gazon niet terwijl u achteruitloopt.
Maaihoogte
Zet de motor uit voordat u de maaihoogte wijzigt.
Het instellen van de maaihoogte werkt veerondersteund.
De maaihoogte kan op 6 verschillende standen worden
ingesteld.
Stel de maaihoogte niet te laag af, omdat dan het risico
bestaat dat de messen bij onregelmatigheden in de aarde
lopen.
•
Breng de hendel naar links en dan naar voren om een
hogere maaihoogte te krijgen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Breng de hendel naar links en dan naar achteren om
een lagere maaihoogte te krijgen.
Veiligheidsuitrusting van de
machine
In dit hoofdstuk wordt verklaard wat de
veiligheidsonderdelen van de machine zijn, welke functie
ze hebben en hoe de controle en het onderhoud moeten
uitgevoerd worden om hun goede werking veilig te stellen.
Bekijk het hoofdstuk Wat is wat? om te zien waar deze
onderdelen zich bevinden op uw machine.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
!
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven
in dit hofdstuk. Als uw machine niet door
alle controles komt, moet u ermee naar
uw servicewerkplaats voor reparatie.
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een
!
machine als de veiligheidsonderdelen
kapot zijn. Volg de controle-,
onderhouds- en service-instructies die in
dit hoofdstuk beschreven worden.
Maaikap en beschermkap
De maaikap is geconstrueerd om trillingen te reduceren
en het risico van snijwonden te verminderen. Controleer
of de maaikap heel en zonder zichbare defecten, bijv.
scheuren in het materiaal, is.
De beschermkap is geconstrueerd om het risico van
letsel door beknelling te verminderen en om een
gebroken aandrijfriem op te vangen. Controleer of de
beschermkap heel is en of hij goed vastgeschroefd is.
–
Dutch
79