Starten van de Heggescharen
–
Controleer eerst of er binnen een bereik van 15 meter (5) geen kinderen
of andere personen aanwezig zijn. Let er ook op of er in de werkomgeving
geen dieren aanwezig zijn. Vermijd gebruik van de machine indien personen,
speciaal kinderen, in de buurt zijn.
–
Alvorens de Heggescharen te starten, controleer altijd of deze geschikt
is voor veilig gebruik:
Controleer of de gashendel goed werkt. De gashendel dient op soepele
en gemakkelijke werking te worden gecontroleerd. Controleer of de
gashendelpal goed werkt. Controleer of de handgrepen schoon en droog zijn
en test de werking van de Stop Schakelaar. Houd de handgrepen vrij van olie
en brandstof.
Start de Heggescharen alleen in overeenstemming met de instructies.
Gebruik geen andere methode voor het starten van de motor (6)!
–
Gebruik de Heggescharen en het gereedschap alleen voor de
gespecificeerde doeleinden.
–
Start de motor van de Heggescharen pas nadat de Heggescharen
helemaal is gemonteerd. Bediening van de machine is alleen toegestaan
nadat al de geschikte accessoires zijn bevestigd!
–
Voor het starten erop letten dat de snijtanden niet in aanraking komen met
voorwerpen als takken, stenen etc.
–
In geval van motorstoringen dient u de motor onmiddellijk af te zetten.
–
Wanneer u met de Heggescharen werkt, plaats dan uw vingers altijd
stevig rond de handgreep, zodat de controlehandgreep tussen uw duim en
wijsvinger komt te liggen. Houd uw hand in deze positie om uw machine te
allen tijde onder controle te houden. Zorg ervoor dat uw controlehandgreep in
goede staat zijn en vrij van vocht, pik, olie of vet.
Zorg ervoor dat u altijd veilige steun voor de voeten hebt.
–
Gebruik de machine alleen buitenshuis.
–
Wees altijd bewust van Uw omgeving, en let op voor eventuele obstakels die
niet te horen zijn door het geluid van de machine.
–
Bedien de Heggescharen zodanig dat u geen uitlaatgassen inademt.
Laat de motor nooit in gesloten ruimten draaien (gevaar voor verstikking en
gasvergiftiging). Koolmonoxide is een reukloos gas.
Zorg altijd voor een goede ventilatie.
–
Zet de motor af wanneer u wilt rusten of wanneer u de Heggescharen alleen
achterlaat. Plaats deze in een veilige omgeving om gevaar voor anderen,
ontbranding van ontvlambare materialen of beschadiging aan de machine te
voorkomen.
–
Wanneer de Heggescharen nog heet is, deze nooit op droog gras of in de
buurt van ontvlambare materialen plaatsen.
–
Om het gevaar op brand te verminderen, houd de motor en de geluidsdemper
vrij van vuil, bladeren en overmatig smeermiddel.
–
Bedien de motor nooit met een defecte knalpot.
–
Zet de motor af alvorens de machine te vervoeren (7).
•
Stop de motor of verwijder van de machine;
•
Schoonmaken in geval van blokkage;
•
Controle, onderhoud vande werking van de machine;
–
Tijdens vervoer per auto of vrachtwagen dient u de Heggescharen op een
veilige plaats te houden, om lekkage van brandstof te voorkomen.
–
Alvorens de Heggescharen te vervoeren, verwijder alle brandstof uit de
brandstoftank.
–
Zit niet op de machine, en gooi er niet mee.
–
Gebruik bij transport of opslag van de machine altijd de special bescherming.
Bijvullen
–
Wilt u bijvullen, zet dan de motor at (7), hound open vlammen uit de buurt (8)
en rook niet.
–
Vul nooit brandstof bij terwijl de motor nog heet is of draait.
–
Vermijd contact van de huid met aardolieprodukten. Adem de brandstofdamp
niet in. Draag tijdens het bijvullen altijd beschermhandschoenen. Vemieuw en
reinig regelmatig uw beschermkleding.
–
Pas op dat u geen brandstof of olie morst, om grondvervuiling te voorkomen
(milieubescherming). Reinig de Heggescharen onmiddellijk nadat brandstof
erop is gemorst. Om spontane ontbranding te voorkomen, laat natte doeken
eerst drogen alvorens deze in een geschikte, afgedekte bak weg te doen.
–
Zorg dat er geen brandstof op uw kleren terechtkomt. Indien er brandstof op
uw kleren is gemorst (risico voor gevaar), trek dan onmiddellijk andere kleren
aan.
–
Controleer regelmatig de brandstoftankdop om er zeker van te zijn dat deze
goed vergrendeld is.
–
Trek de borgschroef van de brandstoftank zorgvuldig aan. Ga op een andere
plaats staan om de motor te starten (tenminste 3 meter van de plaats waar
werd bijgevuld) (9).
–
Vul nooit bij in een afgesloten ruimte. Brandstofdampen verzamelen zich op
grondhoogte (gevaar voor ontploffingen).
–
Gebruik uitsluitend goedgekeurde containers voor het vervoeren en opslaan
van brandstof. Zorg ervoor dat de opgeslagen brandstof niet toegankelijk is
voor kinderen.
–
Wanneer u benzine mengt met tweetakt-motorolie, gebruik dan uitsluitend
benzine die geen ethanol of methanol (alcholsoorten) bevat. Hierdoor
voorkomt u beschadiging van brandstofleidingen en andere motoronderdelen.
All manuals and user guides at all-guides.com
60
15 meter
(50 voet)
(5)
(6)
•
Rusten
•
Vervoer
•
Bijvullen
•
Onderhoud
•
Vervangen van
gereedschap
(7)
(8)
(9)
3 meter
(10 voet)